Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Zoek: pink

Engelse en Zweedse zoekresultaten voor: pink

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

pink:
- skär; rosafärgat; skärt; rosafärgad; rosa
- nejlika
Wiktionary:
- pink → nejlika, rosa, skär
- pink → skär, rosa, ljusröd
- pink → nejlika, rosa, skär

Zweeds naar Engels: Meer gegevens...

pink:
- Wiktionary:
  pink → wee

Engels

Uitgebreide vertaling voor pink (Engels) in het Zweeds

pink:

pink bijvoeglijk naamwoord

pink (rose)
skär; rosafärgat; skärt; rosafärgad
- skär bijvoeglijk naamwoord
- rosafärgat bijvoeglijk naamwoord
- skärt bijvoeglijk naamwoord
- rosafärgad bijvoeglijk naamwoord
pink (rose)
rosa; skärt; rosafärgat; rosafärgad
- rosa bijvoeglijk naamwoord
- skärt bijvoeglijk naamwoord
- rosafärgat bijvoeglijk naamwoord
- rosafärgad bijvoeglijk naamwoord

pink [the ~] zelfstandig naamwoord

the pink (carnation)
nejlika
- nejlika [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pink:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nejlika	carnation; pink
rosafärgad		rose-hue
skär		cut; cuts; cutting edge; edge; gash; incised wound; incision; incisions; rock
-	garden pink; pinko
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	knock; ping; rap; tap
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	pinkish
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rosa	pink; rose
rosafärgad	pink; rose
rosafärgat	pink; rose
skär	pink; rose
skärt	pink; rose

Verwante woorden van "pink":

pinkness, pinks, pinker, pinkest

Synoniemen voor "pink":

pinkish; chromatic
chromatic color; chromatic colour; spectral color; spectral colour
garden pink; flower
pinko; collectivist; leftist; left-winger
tap; rap; knock; sound; go
ping
cut

Verwante definities voor "pink":

of a light shade of red¹
a light shade of red¹
a person with mildly leftist political views¹
any of various flowers of plants of the genus Dianthus cultivated for their fragrant flowers¹
cut in a zigzag pattern with pinking shears, in sewing¹
sound like a car engine that is firing too early¹
- The car pinked when the ignition was too far retarded¹
make light, repeated taps on a surface¹

Wiktionary: pink

pink

noun

flower
- pink → nejlika
pale red colour
- pink → rosa; skär

adjective

colored/coloured between red and white
- pink → skär; rosa; ljusröd

Cross Translation:

From	To	Via
• pink	→ nejlika	↔ Nelke — Botanik: schmalblättrige, weiß bis rotviolett blühende Pflanze der Gattung Dianthus
• pink	→ rosa; skär	↔ rosa — den Farbton von Rosa (eine helle, aus rot und weiß gemischte Farbe) habend
• pink	→ rosa; skär	↔ rose — Couleur
• pink	→ nejlika	↔ œillet — Fleur caryophyllacée

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pink (Zweeds) in het Engels

Wiktionary: pink

pink

noun

urine
- wee → kiss; pink; piss; urin

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University