Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. scarf:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. scarf:


Engels

Uitgebreide vertaling voor scarf (Engels) in het Zweeds

scarf:

scarf [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the scarf (shawl; tie; wrap)
    sjal; hukle; scarf
    • sjal [-en] zelfstandig naamwoord
    • hukle zelfstandig naamwoord
    • scarf [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the scarf
    halsduk; sjal; scarf
    • halsduk [-en] zelfstandig naamwoord
    • sjal [-en] zelfstandig naamwoord
    • scarf [-en] zelfstandig naamwoord

scarf

  1. scarf
  2. scarf (fish joint; scarfjoint)
  3. scarf (sew)

Vertaal Matrix voor scarf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halsduk scarf kerchief; shawl; wrap
hukle scarf; shawl; tie; wrap
scarf scarf; shawl; tie; wrap
sjal scarf; shawl; tie; wrap headcloth; headscarf; kerchief; shawl; wrap
- scarf joint
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
lask fish joint; scarf; scarfjoint
laska scarf; sew
skarf scarf

Verwante woorden van "scarf":

  • scarfs, scarves

Synoniemen voor "scarf":


Verwante definities voor "scarf":

  1. a garment worn around the head or neck or shoulders for warmth or decoration1
  2. a joint made by notching the ends of two pieces of timber or metal so that they will lock together end-to-end1
  3. wrap in or adorn with a scarf1
  4. unite by a scarf joint1
  5. masturbate while strangling oneself1

Wiktionary: scarf

scarf
noun
  1. long garment worn around the neck

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van scarf



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor scarf (Zweeds) in het Engels

scarf:

scarf [-en] zelfstandig naamwoord

  1. scarf (sjal; hukle)
    the scarf; the shawl; the wrap
    • scarf [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shawl [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wrap [the ~] zelfstandig naamwoord
    the tie
    – neckwear consisting of a long narrow piece of material worn (mostly by men) under a collar and tied in knot at the front 1
    • tie [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he wore a vest and tie1
  2. scarf (halsduk; sjal)
    the scarf
    • scarf [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor scarf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scarf halsduk; hukle; scarf; sjal
shawl hukle; scarf; sjal halsduk; sjal
tie hukle; scarf; sjal dött lopp; knuten slips; lika poängtal; oavgjort resultat; slips
wrap hukle; scarf; sjal halsduk; omslutning; sjal
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tie bakbinda; binda; binda fast; binda ihop; fastsurra; fixera; fjättra; fästa; kedja fast; knyta; knäppa; piska; prygla; sammanbinda; surra; svänga runt; sätta fast
wrap dölja; kamouflera; omsluta; packa; skyla
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
scarf lask; laska; skarf
tie förbindning; kramla
wrap svepa; veckla

Synoniemen voor "scarf":


Computer vertaling door derden: