Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor stinginess (Engels) in het Zweeds

stinginess:

stinginess [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the stinginess (meanness; miserliness)
    knusslighet; snålhet; njugghet; ynklighet
  2. the stinginess (tenacity; avarice; miserliness; niggardliness)
    knusslighet; girighet; snålhet
  3. the stinginess
    knusslighet; snålhet

stinginess

  1. stinginess

Vertaal Matrix voor stinginess:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
girighet avarice; miserliness; niggardliness; stinginess; tenacity avarice; being predatory; greed; greed for money; greediness; love of money; rapacity
knusslighet avarice; meanness; miserliness; niggardliness; stinginess; tenacity
njugghet meanness; miserliness; stinginess meagerness; meagreness; parsimony; scantiness; slenderness
snålhet avarice; meanness; miserliness; niggardliness; stinginess; tenacity
ynklighet meanness; miserliness; stinginess
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
gnidighet stinginess

Verwante woorden van "stinginess":


Synoniemen voor "stinginess":


Antoniemen van "stinginess":


Verwante definities voor "stinginess":

  1. a lack of generosity; a general unwillingness to part with money1

Wiktionary: stinginess


Cross Translation:
FromToVia
stinginess snålhet; girighet Geiz — heftiger Unwille etwas abzugeben
stinginess girighet; snålhet avariceattachement excessif à la possession d’argent, de richesses, sans en faire l’usage.

stingy:

stingy bijvoeglijk naamwoord

  1. stingy (miserly; avaricious; niggardly)
    girig; girigt
    • girig bijvoeglijk naamwoord
    • girigt bijvoeglijk naamwoord
  2. stingy (false; fictitious; faked; )
    falsk; falskt
    • falsk bijvoeglijk naamwoord
    • falskt bijvoeglijk naamwoord
  3. stingy (despicable; scornful; niggardly; mean; false)
    föraktligt; föraktlig

Vertaal Matrix voor stingy:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- meager; meagerly; meagre; meagrely; scrimpy; ungenerous
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
gnidig mean; miserly; stingy
knusslig mean; niggardly; parsimonious; sparing; stingy
knussligt mean; niggardly; parsimonious; sparing; stingy
närig greedy; stingy
närigt greedy; stingy
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
falsk bogus; faked; false; feigned; fictitious; mean; not genuine; sham; stingy affected; artificial; bad; badly; behind one's back; changeling; cunning; double-tongued; evil-minded; faked; false; falsely; feigned; foul; indecent; inharmonious; jarring; low; lying; malicious; mean; mendacious; nasty; offensive; phoney; pretended; ribald; scurvy; secretly; sharp; shrewd; slippery; sly; supposititious; underhand; unmelodious; untruthful; vicious; vile; with evil intention
falskt bogus; faked; false; feigned; fictitious; mean; not genuine; sham; stingy affected; artificial; bad; badly; behind one's back; changeling; cunning; disordered; double-tongued; evil-minded; faked; false; falsely; feigned; foul; higgledy-piggledy; indecent; inharmonious; jarring; jumbled; low; lying; malicious; mean; mendacious; mistaken; nasty; offensive; phoney; pretended; ribald; scurvy; secretly; sharp; shrewd; slippery; sly; supposititious; underhand; unmelodious; untrue; untruthful; vicious; vile; with evil intention; wrong
föraktlig despicable; false; mean; niggardly; scornful; stingy
föraktligt despicable; false; mean; niggardly; scornful; stingy
girig avaricious; miserly; niggardly; stingy grasping; greedy; moneygrubbing
girigt avaricious; miserly; niggardly; stingy avid; covetous; desirous; eager; eagre; grasping; greedy; keen; moneygrubbing; predatory; rapacious; thirsty; vulturine

Verwante woorden van "stingy":


Synoniemen voor "stingy":


Antoniemen van "stingy":


Verwante definities voor "stingy":

  1. deficient in amount or quality or extent1
  2. unwilling to spend1
    • she practices economy without being stingy1

Wiktionary: stingy

stingy
adjective
  1. covetous, meanly avaricious

Cross Translation:
FromToVia
stingy snål; njugg; sniken geizig — sehr sparsam, seine materiellen Werte zurückhaltend
stingy småaktig; småskuren; petnoga kleinlich — übertrieben genau, zu stark auf Kleinigkeiten achtend
stingy gniden; gnidig knauserig — (umgangssprachlich) äußerst sparsam, geizig
stingy girig; njugg avare — Qui a un désir excessif d’accumuler.
stingy girig; njugg avaricieux — Qui est d’une avarice mesquine.