Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fluke:
  2. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fluke:
    • Wiktionary:
      fluke → fluke


Engels

Uitgebreide vertaling voor fluke (Engels) in het Zweeds

fluke:

fluke [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fluke (chance hit; stroke of luck; bit of good luck)
    flax; tur; lyckträff
    • flax [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tur [-en] zelfstandig naamwoord
    • lyckträff [-en] zelfstandig naamwoord

fluke

  1. fluke (flue)

Vertaal Matrix voor fluke:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flax bit of good luck; chance hit; fluke; stroke of luck
lyckträff bit of good luck; chance hit; fluke; stroke of luck bit of good luck; bit of luck; chance; godsend; lucky coincidence; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; sheer luck; stroke of luck; stroke of unexpected luck; windfall
tur bit of good luck; chance hit; fluke; stroke of luck bit of good luck; bit of luck; chance; drive; excursion; fortunate; godsend; good luck; journey; lucky coincidence; outing; piece of good luck; piece of luck; pleasant surprise; ride; stroke of luck; stroke of unexpected luck; tour; trip; voyage
- flue; good fortune; good luck; trematode; trematode worm
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
ankarfly flue; fluke

Verwante woorden van "fluke":

  • flukes

Synoniemen voor "fluke":


Verwante definities voor "fluke":

  1. parasitic flatworms having external suckers for attaching to a host1
  2. either of the two lobes of the tail of a cetacean1
  3. flat bladelike projection on the arm of an anchor1
  4. a barb on a harpoon or arrow1
  5. a stroke of luck1

Wiktionary: fluke

fluke
noun
  1. stroke of luck
  2. lobe of whale's tail

Verwante vertalingen van fluke