Home ->Woordenboeken ->Engels/Zweeds ->Zoek: gap

Engelse en Zweedse zoekresultaten voor: gap

Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gap:
  2. GAP:
  3. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gap:
  2. GAP:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor gap (Engels) in het Zweeds

gap:

gap [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the gap (cleft; cavity; interstice; )
    hål; urringning; vrå; skreva; hålighet; klyvning; springe
    • hål [-ett] zelfstandig naamwoord
    • urringning [-en] zelfstandig naamwoord
    • vrå [-en] zelfstandig naamwoord
    • skreva [-en] zelfstandig naamwoord
    • hålighet [-en] zelfstandig naamwoord
    • klyvning [-en] zelfstandig naamwoord
    • springe zelfstandig naamwoord
  2. the gap (slot; groove; trench; )
    myntinkast; springa
  3. the gap (hiatus; lacuna; blank)
    lucka; gap; hiatus
    • lucka [-en] zelfstandig naamwoord
    • gap [-ett] zelfstandig naamwoord
    • hiatus zelfstandig naamwoord
  4. the gap (flaw)
    spricka; bräcka
    • spricka [-en] zelfstandig naamwoord
    • bräcka [-en] zelfstandig naamwoord
  5. the gap (interim; interval)
    tillfällig
  6. the gap (blank; lacuna; hiatus; void)
    lucka; gap; tomrum
    • lucka [-en] zelfstandig naamwoord
    • gap [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tomrum [-ett] zelfstandig naamwoord

gap

  1. gap (narrow gap)
    glipa

Vertaal Matrix voor gap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bräcka flaw; gap breach
gap blank; gap; hiatus; lacuna; void beak; face; jaws; mouth; muzzle; snout
hiatus blank; gap; hiatus; lacuna
hål cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving cavity; compartment; hole; hollow; leak; leakage; mine; niche; perforation; pit; punch-mark; puncture
hålighet cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving cavity; compartment; emptyness; hole; hollow; hollowness; niche; socket
klyvning cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving split
lucka blank; gap; hiatus; lacuna; void breach; hatch
myntinkast cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench
skreva cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving canyon; cleft; cranny; crevice; fissure; gorge; opening; ravine; recess; space
spricka flaw; gap cleft; crack; cracking; cranny; crash; crevice; fissure; flaw; opening; recess; rupture; space
springa cleft; fissure; gap; groove; notch; slot; split; trench crack; cranny; crevice; fissure; opening; recess; space
springe cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving
tillfällig gap; interim; interval
tomrum blank; gap; hiatus; lacuna; void empty space; rooms; spaces; vacuum; void; voids
urringning cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving décolleté
vrå cavity; cleft; cranny; crevice; cut-away; fissure; gap; gash; hole; interstice; opening; saving alcove; angle; corner; cranny; crevice; fissure; hook; niche; nook; opening; recess; space
- break; col; crack; disruption; interruption; opening; spread
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bräcka wrench
spricka burst; chop; chop into small pieces; chop up; cleave; crack; cut open; shatter; split; split open
springa race; run; rush; scamper; sprint
- breach
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
glipa gap; narrow gap
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillfällig casual; casually; current; in passing; incidental; informal; interim; loosely; momentary; now and then; occasionally; off and on; passing; provisional; sometimes; temporal; temporary

Verwante woorden van "gap":


Synoniemen voor "gap":


Verwante definities voor "gap":

  1. an act of delaying or interrupting the continuity1
    • there was a gap in his account1
  2. a narrow opening1
  3. a conspicuous disparity or difference as between two figures1
    • gap between income and outgo1
  4. a difference (especially an unfortunate difference) between two opinions or two views or two situations1
  5. a pass between mountain peaks1
  6. an open or empty space in or between things1
    • the explosion made a gap in the wall1
  7. make an opening or gap in1

Wiktionary: gap

Cross Translation:
FromToVia
• gap → fog ↔ Fuge — trennender, länglicher, unter Umständen auch aufgefüllter Hohlraum zwischen zwei Objekten, zum Beispiel Backsteinen oder Kacheln
• gap → klyfta ↔ Kluft — im übertragenen Sinne: starker Gegensatz, der unüberwindbar scheint
• gap → lakun ↔ Lakune — Literaturwissenschaft: „durch Auslassung in einer Handschrift entstandene Textlücke“Wilpert, Stichwort: „Lacuna“.
• gap → lakun ↔ Lakune — Medizin: Vertiefung, Spalte, Bucht an Organen oder Gewebe
• gap → tomrum; lucka ↔ Lücke — Stelle, an der etwas fehlt, das dort sein sollte
• gap → brist; lyte; saknad ↔ insuffisance — état de ce qui est insuffisant.
• gap → brist; lyte; saknad ↔ manque — absence, défaut, fait de manquer.
• gap → fråntagande; brist; lyte; saknad ↔ privation — perte, absence, manque d’un bien, d’un avantage qu’on avait, ou qu’on devait, qu’on pouvait avoir.

GAP:

GAP [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the GAP (Granular Audit Policy)
    – A Windows feature that helps administrators tune their audit policies at a more detailed level by using numerous subcategories, and better control what events are recorded in the event log. 2
    GAP; Granular Audit Policy

Vertaal Matrix voor GAP:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
GAP GAP; Granular Audit Policy
Granular Audit Policy GAP; Granular Audit Policy

Verwante definities voor "GAP":

  1. A Windows feature that helps administrators tune their audit policies at a more detailed level by using numerous subcategories, and better control what events are recorded in the event log.2

Verwante vertalingen van gap



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor gap (Zweeds) in het Engels

gap:

gap [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. gap (käft; mun; näbb)
    the jaws; the muzzle; the snout; the mouth; the face
    • jaws [the ~] zelfstandig naamwoord
    • muzzle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • snout [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mouth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • face [the ~] zelfstandig naamwoord
    the beak
    – beaklike mouth of animals other than birds (e.g., turtles) 1
    • beak [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. gap (hiatus; lucka)
    the hiatus; the lacuna; the gap; the blank
    • hiatus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lacuna [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blank [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. gap (tomrum; lucka)
    the lacuna; the hiatus; the void; the gap; the blank
    • lacuna [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hiatus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • void [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blank [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beak gap; käft; mun; näbb nota; räkning
blank gap; hiatus; lucka; tomrum blankett; tomhet
face gap; käft; mun; näbb anlete; anseende; ansikte; ansikte utåt; fasad; fejs; framsida; front; munnen; nylle; typsnitt; utseende; yta
gap gap; hiatus; lucka; tomrum bräcka; hål; hålighet; klyvning; myntinkast; skreva; spricka; springa; springe; tillfällig; urringning; vrå
hiatus gap; hiatus; lucka; tomrum
jaws gap; käft; mun; näbb käft; mun; munnen; nos
lacuna gap; hiatus; lucka; tomrum
mouth gap; käft; mun; näbb käft; mun; munnen; mynning; nos
muzzle gap; käft; mun; näbb kran; käft; mun; nos; snok
snout gap; käft; mun; näbb munnen
void gap; lucka; tomrum tom plats; tomhet; tomrum; vakuum
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
face konfrontera; modigt möta; möta; ta ställning till
snout knycka bort; ta ifrån
void annullera
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blank blank; blanko; blankt; blekt; enkel; enkelt; fri; fritt; färglöst; förbluffat; förstummad; förstummat; förvånat; innehållslös; innehållslöst; mållös; mållöst; oförblommerat; oskriven; oskrivet; osminkad; osminkat; tomt; urtvättad; urtvättat; uttryckslös; uttryckslöst; vit; vitt
void ogiltig
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
beak fågelnäbb
face advers; ansiktssida; fejs; rätsida; vetta
gap glipa
lacuna lakun
muzzle mule; nosgrimma
snout mule; snyte; tryne
void renons

Synoniemen voor "gap":


Wiktionary: gap

gap
noun
  1. gap in a series
Cross Translation:
FromToVia
• gap → abyss; chasm; gulf ↔ abysse — géographie|fr région sous-marine très profonde, et plus particulièrement celle où ne parvenir plus la lumière solaire.
• gap → chasm; divide; gulf; ravine; jaws; maw; abyss; mouth; muzzle; tunnel ↔ gouffre — cavité large et profonde, vide ou remplie d’eau.

GAP:

GAP

  1. GAP (Granular Audit Policy)
    the Granular Audit Policy; the GAP
    – A Windows feature that helps administrators tune their audit policies at a more detailed level by using numerous subcategories, and better control what events are recorded in the event log. 2

Vertaal Matrix voor GAP:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
GAP GAP; Granular Audit Policy
Granular Audit Policy GAP; Granular Audit Policy







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0970 seconde
Page rendered in 1.0 seconds