Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lockout:
  2. lock out:
  3. Wiktionary:
Zweeds naar Engels:   Meer gegevens...
  1. lockout:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor lockout (Engels) in het Zweeds

lockout:

lockout [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lockout
    lockout
    • lockout [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the lockout
    – A configuration setting on a person resource in the ILM database that restricts that person from authenticating to ILM or performing a password reset. 1

Vertaal Matrix voor lockout:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lockout lockout lock out
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
utelåsning lockout

Synoniemen voor "lockout":


Verwante definities voor "lockout":

  1. a management action resisting employee's demands; employees are barred from entering the workplace until they agree to terms2
  2. A configuration setting on a person resource in the ILM database that restricts that person from authenticating to ILM or performing a password reset.1

Wiktionary: lockout

lockout
noun
  1. opposite of a strike

lock out:

lock out [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the lock out
    avspärrning
  2. the lock out
    lockout
    • lockout [-en] zelfstandig naamwoord

lock out

  1. lock out
  2. lock out (shut out; keep out)

Vertaal Matrix voor lock out:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avspärrning lock out barricade; barrier; barring; preventing; putting off; stopping
lockout lock out lockout
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
lockouta lock out
utestänga keep out; lock out; shut out

Synoniemen voor "lock out":


Verwante definities voor "lock out":

  1. prevent employees from working during a strike2

Wiktionary: lock out


Cross Translation:
FromToVia
lock out stänga ute; stänga sig ute ausschließen — jemanden durch schließen von Eingang zum draußenbleiben zwingen



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor lockout (Zweeds) in het Engels

lockout:

lockout [-en] zelfstandig naamwoord

  1. lockout
    the lock out
    • lock out [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. lockout
    the lockout
    • lockout [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lockout:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lock out lockout avspärrning
lockout lockout utelåsning
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
lock out lockouta; utestänga

Wiktionary: lockout

lockout
noun
  1. opposite of a strike