Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. sock:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor sock (Engels) in het Zweeds

sock:

sock [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the sock (stocking; half-stocking)
    socka
    • socka [-en] zelfstandig naamwoord

sock

  1. sock (biff)

Vertaal Matrix voor sock:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
socka half-stocking; sock; stocking
- air sock; air-sleeve; drogue; wind cone; wind sleeve; wind sock; windsock
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bash; bonk; bop; whap; whop
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dagsedel biff; sock

Verwante woorden van "sock":


Synoniemen voor "sock":

  • hosiery; hose
  • windsock; wind sock; air sock; air-sleeve; wind sleeve; wind cone; drogue; visual signal
  • bop; whop; whap; bonk; bash; hit

Verwante definities voor "sock":

  1. hosiery consisting of a cloth covering for the foot; worn inside the shoe; reaches to between the ankle and the knee1
  2. a truncated cloth cone mounted on a mast; used (e.g., at airports) to show the direction of the wind1
  3. hit hard1

Wiktionary: sock

sock
noun
  1. covering for the foot

Cross Translation:
FromToVia
sock socka sok — kous die tot net boven de enkel komt
sock strumpa Socke — ein aus Stoff bestehendes Kleidungsstück, das direkt über den Fuß gezogen und meistens unter den Schuhen getragen wird
sock strumpa StrumpfKleidung: ein Bekleidungsstück für den Fuß aus einem einzigen, an einem Ende offenen „Schlauch“, der über den Fuß nach oben gezogen wird und die Wade bedeckt
sock strumpa; socka; strumpsocka chaussette — Vêtement

Verwante vertalingen van sock