Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. utensil:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor utensil (Engels) in het Zweeds

utensil:

utensil [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the utensil
    redskap; utensilie
  2. the utensil (article of use; appliance)
    bruksvara; bruksartikel

Vertaal Matrix voor utensil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bruksartikel appliance; article of use; utensil
bruksvara appliance; article of use; utensil
redskap utensil
utensilie utensil

Verwante woorden van "utensil":

  • utensils

Synoniemen voor "utensil":


Verwante definities voor "utensil":

  1. an implement for practical use (especially in a household)1

Wiktionary: utensil


Cross Translation:
FromToVia
utensil instrument; tyg; verktyg instrumentobjet construire permettant d'exécuter une action.
utensil instrument; tyg; verktyg outilinstrument dont les artisans, les jardiniers, etc., se servir pour leur travail.
utensil instrument; tyg; verktyg ustensile — Objet pour les arts (2)

Verwante vertalingen van utensil