Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. bearer:


Engels

Uitgebreide vertaling voor bearers (Engels) in het Zweeds

bearer:

bearer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bearer (owner; holder; proprietor; possessor)
    ägare
    • ägare [-en] zelfstandig naamwoord
  2. the bearer (porter; dock-hand)
    bärare
    • bärare [-en] zelfstandig naamwoord
  3. the bearer
    innehavare; bud; bärare
    • innehavare [-en] zelfstandig naamwoord
    • bud [-ett] zelfstandig naamwoord
    • bärare [-en] zelfstandig naamwoord
  4. the bearer (coffin bearer)
    kistbärare

Vertaal Matrix voor bearer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bud bearer aids; bid; carrier; carriers; courier; couriers; delivery-men; express courier; helping hands; messenger; messengers; offer
bärare bearer; bringer; dock-hand; porter aids; carrier; carriers; couriers; delivery-men; helping hands; messengers
innehavare bearer holder; possessor
kistbärare bearer; coffin bearer
ägare bearer; holder; owner; possessor; proprietor café keeper; exploiter; holder; host; innkeeper; landlord; lodging-house keeper; operator; owner; possessor; proprietress; pub-keeper
- carrier; holder; pallbearer; toter

Verwante woorden van "bearer":

  • bearers

Synoniemen voor "bearer":


Verwante definities voor "bearer":

  1. someone whose employment involves carrying something1
  2. the person who is in possession of a check or note or bond or document of title that is endorsed to him or to whoever holds it1
    • the bond was marked `payable to bearer'1
  3. a messenger who bears or presents1
    • a bearer of good tidings1
  4. one of the mourners carrying the coffin at a funeral1

Verwante vertalingen van bearers