Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. elephant:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor elephant (Engels) in het Zweeds

elephant:

elephant [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the elephant
    elefant
    • elefant [-en] zelfstandig naamwoord

elephant

  1. elephant

Vertaal Matrix voor elephant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elefant elephant
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
elefantdjur elephant

Verwante woorden van "elephant":

  • elephants

Synoniemen voor "elephant":


Verwante definities voor "elephant":

  1. five-toed pachyderm1
  2. the symbol of the Republican Party; introduced in cartoons by Thomas Nast in 18741

Wiktionary: elephant

elephant
noun
  1. mammal

Cross Translation:
FromToVia
elephant elefant ElefantZoologie: großes an Land lebendes Säugetier, mithin ein grauer oder bräunlicher Dickhäuter mit auffällig großen Stoßzahn und Ohren aus der Familie der Rüsseltiere
elephant elefant éléphant — zoologie|nocat=1 Nom vernaculaire donné à certains mammifères pachydermes terrestres de grande taille, munis de deux défenses (ou cornes) en ivoire, d’une trompe, et qui appartiennent à la famille des Éléphantidés. Ils poussent leur cri en barrir.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van elephant