Evil: vertaling Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Zweeds: Meer gegevens...

evil:
- olycka; elakt; skadlig; skadligt
- ondska; ond; elak 7; skadlig; ont
Wiktionary:
- evil → ond, ondska
- evil → ond, elak
- evil → onda, elak, ond, an, dålig, ful, illa, slätt, stygg

Engels

Uitgebreide vertaling voor evil (Engels) in het Zweeds

evil:

evil [the ~] zelfstandig naamwoord

the evil (calamity; accident; disaster; adversity; misery; misfortune; tribulation; trouble; destitution; bad luck; squalor; misère; reverse)
olycka; elakt; skadlig; skadligt
- olycka [-en] zelfstandig naamwoord
- elakt bijvoeglijk naamwoord
- skadlig bijvoeglijk naamwoord
- skadligt bijvoeglijk naamwoord

evil

evil
ondska
- ondska
evil
ond; elak 7; skadlig
- ond
- elak 7
- skadlig
evil
ont
- ont

Vertaal Matrix voor evil:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
olycka	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	accident; adversity; bad luck; calamity; catastrophe; disadvantage; disaster; downfall; drawback; fatalness; misfortune; reverse; ruin; trouble
skadligt		perniciousness
-	evilness; immorality; iniquity; wickedness
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	malefic; malevolent; malign; vicious
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
elak 7	evil
elakt		spitefully
ond	evil
ondska	evil
ont	evil
skadlig	evil
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
elakt	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	abandoned; badly; corrupt; cunning; degenerate; depraved; evil-minded; false; hateful; invidious; low; malicious; mean; nasty; ownerless; pedestrian; perverted; sharp; shrewd; slippery; sly; snide; spiteful; unattended; underhand; vicious; vile; wicked; with evil intention
ond		angry; annoyed; displeased; enraged; indignant; irate; livid; upset; vexed
ont		mean; pedestrian; vile
skadlig	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	damaging; harm causing; injurious
skadligt	accident; adversity; bad luck; calamity; destitution; disaster; evil; misery; misfortune; misère; reverse; squalor; tribulation; trouble	detrimental; disadvantuous; harm causing; injurious; unfavorable; unfavourable; unprofitable

Verwante woorden van "evil":

evilness, evils, eviler, evilest, evilly

Synoniemen voor "evil":

atrocious; flagitious; grievous; heinous; monstrous; bad; immoral; black; dark; sinister; corruptive; perversive; pestiferous; demonic; diabolic; diabolical; fiendish; hellish; infernal; satanic; unholy; despicable; ugly; vile; slimy; unworthy; worthless; wretched; devilish; mephistophelian; mephistophelean; evil-minded; offensive; unrighteous; wicked; wrong
vicious; wicked
harmful; injurious; malign
malefic; malevolent; malign; maleficent
immorality; wickedness; iniquity; transgression; evildoing
bad; badness
evilness; immorality

Antoniemen van "evil":

good; goodness

Verwante definities voor "evil":

having or exerting a malignant influence¹
morally bad or wrong¹
- evil purposes¹
- an evil influence¹
- evil deeds¹
having the nature of vice¹
morally objectionable behavior¹
the quality of being morally wrong in principle or practice¹
- attempts to explain the origin of evil in the world¹
that which causes harm or destruction or misfortune¹
- the evil that men do lives after them; the good is oft interred with their bones¹

Wiktionary: evil

evil

noun

evil
- evil → ond; ondska

adjective

intending to harm
- evil → ond; elak

Cross Translation:

From	To	Via
• evil	→ onda	↔ Böses — Inbegriff für alles, was nicht gut respektive ethisch falsch ist
• evil	→ elak; ond	↔ böse — moralisch falsch, nicht gut; bösartig
• evil	→ an; dålig; ful; illa; ond; slätt; stygg	↔ mauvais — défavorable ; qui cause une impression défavorable.

Verwante vertalingen van evil

Remove Ads

Engelse en Zweedse zoekresultaten voor: evil

Uitgebreide vertaling voor evil (Engels) in het Zweeds

evil:

evil [the ~] zelfstandig naamwoord

the evil (calamity; accident; disaster; adversity; misery; misfortune; tribulation; trouble; destitution; bad luck; squalor; misère; reverse)

evil

evil

evil

evil

Vertaal Matrix voor evil:

Verwante woorden van "evil":

Synoniemen voor "evil":

Antoniemen van "evil":

Verwante definities voor "evil":

Wiktionary: evil

Verwante vertalingen van evil