Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. godchild:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor godchild (Engels) in het Zweeds

godchild:

godchild [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the godchild
    gudsbarn

Vertaal Matrix voor godchild:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gudsbarn godchild

Verwante woorden van "godchild":

  • godchildren

Synoniemen voor "godchild":


Verwante definities voor "godchild":

  1. an infant who is sponsored by an adult (the godparent) at baptism1

Wiktionary: godchild

godchild
noun
  1. a child whose baptism is sponsored by a godparent

Cross Translation:
FromToVia
godchild gudbarn; fadderbarn Patenkind — Kind, bei dessen Taufe oder Firmung eine Person als Pate beteiligt war, also die Patenschaft übernommen hat