Spaans
Uitgebreide vertaling voor atado (Spaans) in het Duits
atado:
-
atado
angekettet; festgebunden; zusammengebunden-
angekettet bijvoeglijk naamwoord
-
festgebunden bijvoeglijk naamwoord
-
zusammengebunden bijvoeglijk naamwoord
-
-
atado (comprometido; ligado; entregado a; obligado; obligatorio)
gezwungen; verbindlich; verpflichtet; obligatorisch; unfrei-
gezwungen bijvoeglijk naamwoord
-
verbindlich bijvoeglijk naamwoord
-
verpflichtet bijvoeglijk naamwoord
-
obligatorisch bijvoeglijk naamwoord
-
unfrei bijvoeglijk naamwoord
-
-
atado (careciendo libertad; comprometido; obligado; ligado; obligatorio; entregado a)
-
atado (sujetado)
aufgebunden-
aufgebunden bijvoeglijk naamwoord
-
-
atado (consignado; esposado; colocado; amarrado)
gefasciniert; angekettet; festgebunden; zusammengebunden-
gefasciniert bijvoeglijk naamwoord
-
angekettet bijvoeglijk naamwoord
-
festgebunden bijvoeglijk naamwoord
-
zusammengebunden bijvoeglijk naamwoord
-
-
atado (fijado; pegado; abrochado; sujeto)
-
atado (abotonado; abrochado)
zugeknöpft-
zugeknöpft bijvoeglijk naamwoord
-
-
atado (encadenar; agarrarse a)