Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor bricolaje (Spaans) in het Duits

bricolaje:

bricolaje [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la bricolaje (bricolar)
    schwarzarbeiten; Anfallende Arbeiten erledigen

bricolaje [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bricolaje (trabajos manuales)
    die Bastelei; die Handarbeit
  2. el bricolaje (obra mal hecha; porquería; desastre; chanchullos; embadurnamiento)
    die Schluderarbeit; der Pfusch; die Pfuscharbeit

Vertaal Matrix voor bricolaje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anfallende Arbeiten erledigen bricolaje; bricolar
Bastelei bricolaje; trabajos manuales trabajo delicado
Handarbeit bricolaje; trabajos manuales bordado; trabajo hecho a mano; trabajo manual; trabajos manuales
Pfusch bricolaje; chanchullos; desastre; embadurnamiento; obra mal hecha; porquería chapucería; chapucerías; torpeza
Pfuscharbeit bricolaje; chanchullos; desastre; embadurnamiento; obra mal hecha; porquería chapucería; chapucerías; desmaña; torpeza
Schluderarbeit bricolaje; chanchullos; desastre; embadurnamiento; obra mal hecha; porquería
schwarzarbeiten bricolaje; bricolar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schwarzarbeiten trabajar en el circuito negro; trapichear

Verwante woorden van "bricolaje":

  • bricolajes

Wiktionary: bricolaje


Cross Translation:
FromToVia
bricolaje Bastelei bricolage — construction
bricolaje Bastelei bricolageactivité manuelle visant à réparer, ou fabriquer des petits objets.

Verwante vertalingen van bricolaje