Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. cohorte:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor cohorte (Spaans) in het Duits

cohorte:

cohorte [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el cohorte (grupo de determinada edad)
    die Altersgruppe; die Altersstufe
  2. el cohorte
    die Kohorte; die Schar
    • Kohorte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schar [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cohorte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Altersgruppe cohorte; grupo de determinada edad
Altersstufe cohorte; grupo de determinada edad
Kohorte cohorte
Schar cohorte afluencia; agolpamiento; aluvión; asociación; ataque masivo; banda; cantidad; categoría; clase; colección; colectivo; compañía; compilación; conjunto; copia; cuadrilla; cuchilla; desbarajuste; desorden; embalaje; enjambre; envase; envoltorio; estorbo; fajo; fardo; gran cantidad; gran demanda; gravamen; grupo; grupo de personas; hatajo; horda; imputación; mandato; maraña; marco; masa; mazo; mezcolanza; mochila; molestia; montones; montón; muchedumbre; multitud; orden; paquete; patrulla de reconocimiento; pelotón; peso; petate; popurrí; potpurrí; problemas; progreso; revoltijo; traje; tropas

Verwante woorden van "cohorte":

  • cohortes

Synoniemen voor "cohorte":


Wiktionary: cohorte


Cross Translation:
FromToVia
cohorte Kohorte cohort — division of Roman legion
cohorte Kohorte cohorte — corps d’infanterie romaine