Manía in het Duits vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

manía:
- Laune; Grille; Manie; Fimmel; Rage; Tick; Macke; Tic
Wiktionary:
- manía → Manie, Macke
- manía → Wahn, Wut, Rausch, Manie, Begierde, Sucht

Spaans

Uitgebreide vertaling voor manía (Spaans) in het Duits

la manía (capricho; humor; mal humor)
die Laune; die Grille
- Laune [die ~] zelfstandig naamwoord
- Grille [die ~] zelfstandig naamwoord
la manía (obsesión; moda)
die Manie; der Fimmel
- Manie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Fimmel [der ~] zelfstandig naamwoord
la manía (moda; obsesión)
die Rage; die Manie
- Rage [die ~] zelfstandig naamwoord
- Manie [die ~] zelfstandig naamwoord
la manía (tic)
der Tick; die Macke; der Tic
- Tick [der ~] zelfstandig naamwoord
- Macke [die ~] zelfstandig naamwoord
- Tic [der ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Fimmel	manía; moda; obsesión	fijación; idea fija; obsesión
Grille	capricho; humor; mal humor; manía	grillo
Laune	capricho; humor; mal humor; manía	capricho; estado de ánimo; estado emocional; humor
Macke	manía; tic
Manie	manía; moda; obsesión
Rage	manía; moda; obsesión
Tic	manía; tic
Tick	manía; tic

manía

noun

Psychiatrie: eine affektive Störung, die mit einer gehobenen Affektivität (Stimmung), Enthemmung, Ideenflucht und Selbstüberschätzung einhergeht
- Manie → manía
salopp; auf Personen bezogen: sonderbare Eigenart
- Macke → manía; chifladura

Cross Translation:

From	To	Via
• manía	→ Wahn; Wut; Rausch	↔ frenzy — state of wild activity or panic
• manía	→ Manie	↔ mania — violent derangement
• manía	→ Begierde; Sucht	↔ zucht — onbedwingbare drang, verslaving
• manía	→ Manie; Sucht	↔ lubie — caprice extravagant.
• manía	→ Manie; Sucht	↔ manie — médecine\|fr folie qui n’est pas complet comme la démence et qui se manifeste par des accès intermittents.
• manía	→ Manie; Sucht	↔ tocade — variante de\|toquade\|fr.
• manía	→ Manie; Sucht	↔ toquade — engouement, manie, singularité.