Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. nabo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor nabo (Spaans) in het Duits

nabo:

nabo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el nabo (colinabo)
    der Kohlrabi; die Steckrübe

Vertaal Matrix voor nabo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kohlrabi colinabo; nabo
Steckrübe colinabo; nabo colinabo

Verwante woorden van "nabo":

  • nabos, naba, nabas

Synoniemen voor "nabo":


Wiktionary: nabo

nabo
noun
  1. stark verdicktes Speicherorgan einiger Pflanzen an dessen Bildung Wurzel und Sprossbestandteile beteiligt sind.

Cross Translation:
FromToVia
nabo Rübe meiraapBrassica rapa, een eetbare knolsoort
nabo Rübe knolraapBrassica rapa, een eetbare knolsoort
nabo Rübe knol — koolraap, een eetbare wortel van een plant uit het geslacht Brassica.
nabo Mairübe turnip — white root of Brassica rapa
nabo Kohlrübe navet — Plante de la famille des Brassicacées.
nabo Spindel; Kernstück; Wendelbaum noyau — Pilier central d’un escalier

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van nabo