Home ->Woordenboeken ->Spaans/Duits ->Vertaal vasijas

Vertaal vasijas van Spaans naar Duits

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

vasijas:
- Töpfe; Zimmertöpfe
vasija:
- Stöpselflasche; Topf; Töpfchen; Nachttopf
Wiktionary:
- vasija → Gefäß
- vasija → Gefäß, Behälter, Behältnis, Pott, Topf, Vase, Hafen, Kanne, Krug

Spaans

Uitgebreide vertaling voor vasijas (Spaans) in het Duits

vasijas:

vasijas [la ~] zelfstandig naamwoord

la vasijas
die Töpfe; die Zimmertöpfe
- Töpfe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zimmertöpfe [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vasijas:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Töpfe	vasijas	cacerolas; ollas; plantación
Zimmertöpfe	vasijas

Verwante woorden van "vasijas":

vasija

vasija:

vasija [la ~] zelfstandig naamwoord

la vasija (botija; jarro; bolsa de agua caliente; botella de agua caliente)
die Stöpselflasche
- Stöpselflasche [die ~] zelfstandig naamwoord
la vasija
der Topf; Töpfchen; der Nachttopf
- Topf [der ~] zelfstandig naamwoord
- Töpfchen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Nachttopf [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vasija:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Nachttopf	vasija	orinal
Stöpselflasche	bolsa de agua caliente; botella de agua caliente; botija; jarro; vasija	botella con tapón de corcho
Topf	vasija	cacerola; lesbiana; olla; orinal; puchero; tortillera
Töpfchen	vasija

Verwante woorden van "vasija":

vasijas

Synoniemen voor "vasija":

barreño; jofaina; balde; tinaja; odre; artesa; cubo; palangana; herrada
bote; tarro; lata; envase
botija; botijo; alcazarra; cantarillo; cántaro; pirulo; piporro
garrafa; bombona; garrafón; redoma; botella; cubeta; damajuana; frasco; casco; ampolla
jarra; recipiente; jarro; jarrón; aguamanil; pinchel

Wiktionary: vasija

vasija

noun

allgemein: ein Behälter, in dem Stoffe verschiedener Beschaffenheit aufbewahrt und transportiert werden können
- Gefäß → vasija

Cross Translation:

From	To	Via
• vasija	→ Gefäß; Behälter; Behältnis	↔ vessel — container
• vasija	→ Pott; Topf; Behälter; Gefäß; Vase; Hafen; Kanne; Krug	↔ pot — vase de terre ou de métal servant à divers usages.