Rabotada in het Engels vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

Spaans

Uitgebreide vertaling voor rabotada (Spaans) in het Engels

la rabotada (chusma; caña de pescar; gentuza)
the mob; the riffraff; the scum; the ragtag; the rabble; the riff-raff
- mob [the ~] zelfstandig naamwoord
- riffraff [the ~] zelfstandig naamwoord
- scum [the ~] zelfstandig naamwoord
- ragtag [the ~] zelfstandig naamwoord
- rabble [the ~] zelfstandig naamwoord
- riff-raff [the ~] zelfstandig naamwoord
la rabotada (gruño; gruñido; bufido)
the growl; the snarl
- growl [the ~] zelfstandig naamwoord
- snarl [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
growl	bufido; gruñido; gruño; rabotada
mob	caña de pescar; chusma; gentuza; rabotada	aluvión; banda; cantidad; copia; cuadrilla; cuchilla; grupo; horda; masa; muchedumbre; multitud; multitud de personas
rabble	caña de pescar; chusma; gentuza; rabotada	canalla; chusma; cordaje; cría; cultivo; escoria; gentuza; guarniciones; hampa; jaeces; jarcias; nidada; plebe; populacho; ventregada
ragtag	caña de pescar; chusma; gentuza; rabotada	canalla; chusma; cordaje; escoria; gentuza; guarniciones; hampa; jaeces; jarcias; nidada; plebe; populacho; ventregada
riff-raff	caña de pescar; chusma; gentuza; rabotada	canalla; chusma; desechos; escoria; espuma; espumarajo; gentuza; hampa; morralla; plebe; populacho; restos
riffraff	caña de pescar; chusma; gentuza; rabotada	canalla; chusma; cordaje; gentuza; guarniciones; hampa; jaeces; jarcias; nidada; plebe; populacho; ventregada; vulgo
scum	caña de pescar; chusma; gentuza; rabotada	canalla; chusma; cordaje; cría; cultivo; desechos; escoria; espuma; espumarajo; gentuza; guarniciones; hampa; jaeces; jarcias; morralla; nidada; plebe; populacho; restos; ventregada
snarl	bufido; gruñido; gruño; rabotada
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
growl		gruñir; hablar en tono brusco; hacer ruidos; murmurar; refunfuñar; rezongar
snarl		espetar; gruñir; hablar bruscamente; hablar en tono brusco; hacer ruidos; ladrar; murmurar; refunfuñar; rezongar