Home ->Woordenboeken ->Spaans/Frans ->Vertaal flamenco

Vertaal flamenco van Spaans naar Frans

Overzicht

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

flamenco:
- flamant; Flamand
- flamand
Wiktionary:
- flamenco → Flamand, flamant, flamenco
- flamenco → flamand
- flamenco → flamand, flamant, Flamand

Spaans

Uitgebreide vertaling voor flamenco (Spaans) in het Frans

flamenco:

flamenco [el ~] zelfstandig naamwoord

el flamenco
le flamant
- flamant [le ~] zelfstandig naamwoord
el flamenco
le Flamand
- Flamand [le ~] zelfstandig naamwoord

flamenco bijvoeglijk naamwoord

flamenco
flamand
- flamand bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor flamenco:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Flamand	flamenco
flamant	flamenco
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flamand	flamenco

Verwante woorden van "flamenco":

flamenca, flamencas, flamencos

Synoniemen voor "flamenco":

salubre; saludable; sano; salutífero; beneficioso; lustroso; lozano; fresco

Wiktionary: flamenco

flamenco

noun

géog|nocat=1 habitant de la Flandre, la partie nord de la Belgique.
- Flamand → Flamenco; flamenco
ornithol|nocat oiseau échassier, ainsi nommé à cause de la belle couleur de son plumage comparée à une flamme.
- flamant → flamenco
Genre musical à base de chant et type de danse populaires andalous.
- flamenco → flamenco

adjective

linguistique|nocat=1 Relatif à la langue flamande, à la Flandre ou à ses habitants.
- flamand → flamenco

Cross Translation:

From	To	Via
• flamenco	→ flamand	↔ Flemish — of or relating to Flanders
• flamenco	→ flamand	↔ Flemish — the Dutch language as it is spoken in Flanders
• flamenco	→ flamant	↔ flamingo — bird
• flamenco	→ flamant	↔ Flamingo — Ornithologie: Vogelart (Phoenicoparrus) mit langen dünnen Beinen, einem langen biegsamen Hals und einem rosa Gefieder
• flamenco	→ flamand	↔ Flämisch — Gruppe aller niederländischen Dialekte Belgiens, die in Flandern und Brüssel gesprochen werden (Brabantisch, Limburgisch, Ostflämisch und Westflämisch)
• flamenco	→ flamand	↔ Flämisch — Linguistik: Gruppe der niederländischen Dialekte Ostflämisch und Westflämisch, die in den belgischen Regionen Westflandern und Ostflandern gesprochen werden
• flamenco	→ Flamand	↔ Vlaming — een inwoner van Vlaanderen of iemand afkomstig uit Vlaanderen
• flamenco	→ flamand	↔ Vlaams — het Nederlands dat in Vlaanderen gesproken wordt