Spaans

Uitgebreide vertaling voor vigas (Spaans) in het Frans

vigas:

vigas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la vigas (cabrios)
    la poutres; le traverses; le chevrons; le combles
  2. la vigas (cabriadas; cabrios)
    le chevrons; le combles; la poutres traversières

Vertaal Matrix voor vigas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chevrons cabriadas; cabrios; vigas
combles cabriadas; cabrios; vigas
poutres cabrios; vigas registros
poutres traversières cabriadas; cabrios; vigas
traverses cabrios; vigas

Verwante woorden van "vigas":


vigas vorm van viga:

viga [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la viga (barra; travesaño)
    la poutre
    • poutre [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. la viga (viga transversal; trabón; viga maestra)
    la poutre; la traverse
    • poutre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • traverse [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. la viga (puntal; viga maestra)
    la contre-fiche
  4. la viga
    la poutre; la poutre de soutien
  5. la viga (cabrio)
    le comble; la poutre
    • comble [le ~] zelfstandig naamwoord
    • poutre [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor viga:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comble cabrio; viga alfarda; apogeo; cenit; clímax; colmo; culminación; cumbre; cúspide; momento culminante; par de techo; pico; pináculo; punta; punto culminante; punto álgido; silla; súmmum; ápice
contre-fiche puntal; viga; viga maestra
poutre barra; cabrio; trabón; travesaño; viga; viga maestra; viga transversal alfarda; par de techo
poutre de soutien viga
traverse trabón; viga; viga maestra; viga transversal cabio; estilo medio; gramil; lignum crucis; listón traversero; madera traversera; tomador; travesaño; viga transversal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comble a tope; abarrotado; acolchado; atestado; atiborrado; cargado; colmado; completo; de bote en bote; empastado; en abundancia; hasta los topes; lleno; lleno hasta el borde; lleno hasta los topes; mucho; muy lleno; más que suficiente; pleno; rebosante; repleto

Verwante woorden van "viga":


Synoniemen voor "viga":


Wiktionary: viga

viga
noun
  1. Pièce inclinée de charpente de la couverture d’une maison
  2. pièce de bois de forme allongée, servir dans les constructions à supporter une charpente ou un parquet.
  3. pièce de charpente qui sert à soutenir les planchers et qui porte sur les murs ou sur les poutres.

Cross Translation:
FromToVia
viga madrier beam — large piece of timber or iron
viga poutrelle girder — main horizontal support in a building
viga chevron rafter — series of sloped beams