Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. solvente:
  2. solventar:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. solvent:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor solvente (Spaans) in het Nederlands

solvente:

solvente [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el solvente (disolvente)
    het oplosmiddel

Vertaal Matrix voor solvente:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oplosmiddel disolvente; solvente disolvente

Verwante woorden van "solvente":

  • solventes, solventa, solventas

Wiktionary: solvente


Cross Translation:
FromToVia
solvente kredietwaardig; solvent solvable — Qui a de quoi payer.

solventar:

solventar werkwoord

  1. solventar (pagar posteriormente; liquidar; saldar; arreglar; remunerar)
    aanzuiveren; nabetalen
    • aanzuiveren werkwoord (zuiver aan, zuivert aan, zuiverde aan, zuiverden aan, aangezuiverd)
    • nabetalen werkwoord (betaal na, betaalt na, betaalde na, betaalden na, nabetaald)
  2. solventar (satisfacer; cotizar; saldar; remunerar)

Conjugations for solventar:

presente
  1. solvento
  2. solventas
  3. solventa
  4. solventamos
  5. solventáis
  6. solventan
imperfecto
  1. solventaba
  2. solventabas
  3. solventaba
  4. solventábamos
  5. solventabais
  6. solventaban
indefinido
  1. solventé
  2. solventaste
  3. solventó
  4. solventamos
  5. solventasteis
  6. solventaron
fut. de ind.
  1. solventaré
  2. solventarás
  3. solventará
  4. solventaremos
  5. solventaréis
  6. solventarán
condic.
  1. solventaría
  2. solventarías
  3. solventaría
  4. solventaríamos
  5. solventaríais
  6. solventarían
pres. de subj.
  1. que solvente
  2. que solventes
  3. que solvente
  4. que solventemos
  5. que solventéis
  6. que solventen
imp. de subj.
  1. que solventara
  2. que solventaras
  3. que solventara
  4. que solventáramos
  5. que solventarais
  6. que solventaran
miscelánea
  1. ¡solventa!
  2. ¡solventad!
  3. ¡no solventes!
  4. ¡no solventéis!
  5. solventado
  6. solventando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor solventar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanzuiveren arreglar; liquidar; pagar posteriormente; remunerar; saldar; solventar
genoegdoen cotizar; remunerar; saldar; satisfacer; solventar
nabetalen arreglar; liquidar; pagar posteriormente; remunerar; saldar; solventar

Wiktionary: solventar

solventar
verb
  1. een probleem ophelderen



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor solvente (Nederlands) in het Spaans

solvent:

solvent bijvoeglijk naamwoord

  1. solvent (kredietwaardig; solvabel)
    digno de crédito; de buena posición económica; estable; de confianza; digno de confianza

Vertaal Matrix voor solvent:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de buena posición económica kredietwaardig; solvabel; solvent
de confianza kredietwaardig; solvabel; solvent
digno de confianza kredietwaardig; solvabel; solvent degelijke; vertrouwenswaardig
digno de crédito kredietwaardig; solvabel; solvent
estable kredietwaardig; solvabel; solvent blijvend; degelijke; duurzaam; duurzame; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; hecht; stabiel; stevig; waardevast

Verwante woorden van "solvent":

  • solvente

Wiktionary: solvent


Cross Translation:
FromToVia
solvent solvente solvable — Qui a de quoi payer.