Spaans

Uitgebreide vertaling voor reservar (Spaans) in het Nederlands

reservar:

reservar werkwoord

  1. reservar (dejar de lado; contener; reservarse; )
    reserveren; behouden; opzijleggen; achterhouden; terughouden
    • reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)
    • behouden werkwoord (behoud, behoudt, behield, behielden, behouden)
    • opzijleggen werkwoord (leg opzij, legt opzij, legde opzij, legden opzij, opzij gelegd)
    • achterhouden werkwoord (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
    • terughouden werkwoord (houd terug, houdt terug, hield terug, hielden terug, teruggehouden)
  2. reservar (dejar libre)
    vrijhouden; openhouden
    • vrijhouden werkwoord (houd vrij, houdt vrij, hield vrij, hielden vrij, vrijgehouden)
    • openhouden werkwoord (houd open, houdt open, hield open, hielden open, opengehouden)

Conjugations for reservar:

presente
  1. reservo
  2. reservas
  3. reserva
  4. reservamos
  5. reserváis
  6. reservan
imperfecto
  1. reservaba
  2. reservabas
  3. reservaba
  4. reservábamos
  5. reservabais
  6. reservaban
indefinido
  1. reservé
  2. reservaste
  3. reservó
  4. reservamos
  5. reservasteis
  6. reservaron
fut. de ind.
  1. reservaré
  2. reservarás
  3. reservará
  4. reservaremos
  5. reservaréis
  6. reservarán
condic.
  1. reservaría
  2. reservarías
  3. reservaría
  4. reservaríamos
  5. reservaríais
  6. reservarían
pres. de subj.
  1. que reserve
  2. que reserves
  3. que reserve
  4. que reservemos
  5. que reservéis
  6. que reserven
imp. de subj.
  1. que reservara
  2. que reservaras
  3. que reservara
  4. que reserváramos
  5. que reservarais
  6. que reservaran
miscelánea
  1. ¡reserva!
  2. ¡reservad!
  3. ¡no reserves!
  4. ¡no reservéis!
  5. reservado
  6. reservando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor reservar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achterhouden contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse callar; contener; defraudar; desfalcar; disentir; disimular; divergir; encubrir; escapar; esconder; evitar; guardar; guardarse de; huntar; mangar; mangar a; no mencionar; ocultar; pasar por alto; retener; robar; velar
behouden contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse amparar; conservar; guardar; mantener; proteger
openhouden dejar libre; reservar
opzijleggen contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse
reserveren contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse dejar de lado; reservar un viaje; reservarse
terughouden contener; dejar de lado; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse apartar de; mantener a distancia; mantener apartado; tener bajo control
vrijhouden dejar libre; reservar

Synoniemen voor "reservar":


Wiktionary: reservar

reservar
verb
  1. vooruit bestellen
  2. reserveren van bijvoorbeeld een hotelkamer
  3. vrijhouden
  4. bewaren

Cross Translation:
FromToVia
reservar reserveren; boeken book — reserve
reservar boeking booking — The engagement of a performer for a particular performance
reservar sparen save — store for future use
reservar opslaan; opbergen; verstoppen stash — store away for later use
reservar openhouden; reserveren; vrijhouden; bespreken; boeken réservergarder, retenir quelque chose d’un tout, une chose entre plusieurs autres.

Verwante vertalingen van reservar