Spaans

Uitgebreide vertaling voor acusado (Spaans) in het Nederlands

acusado:

acusado [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el acusado (procesado)
    de verdachte; de beklaagde; de beschuldigde; de gedaagde; de aangeklaagde

acusado bijvoeglijk naamwoord

  1. acusado (cuestionable; indeciso; dudoso; )
    twijfelachtig; betwistbaar; aanvechtbaar; kwestieus; bestrijdbaar; dubieus
  2. acusado
    beklaagd

Vertaal Matrix voor acusado:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangeklaagde acusado; procesado
beklaagde acusado; procesado
beschuldigde acusado; procesado
gedaagde acusado; procesado
verdachte acusado; procesado
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvechtbaar acusado; cuestionable; discutible; dudoso; incierto; inculpado; indeciso
betwistbaar acusado; cuestionable; discutible; dudoso; incierto; inculpado; indeciso
dubieus acusado; cuestionable; discutible; dudoso; incierto; inculpado; indeciso cuestionable; discutible; dudoso; lúgubre; malicioso; oscuro; siniestro; sombrío; sospechoso
kwestieus acusado; cuestionable; discutible; dudoso; incierto; inculpado; indeciso cuestionable; discutible; dudoso; sospechoso
twijfelachtig acusado; cuestionable; discutible; dudoso; incierto; inculpado; indeciso cuestionable; discutible; dudoso; sospechoso
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beklaagd acusado
bestrijdbaar acusado; cuestionable; discutible; dudoso; incierto; inculpado; indeciso

Verwante woorden van "acusado":

  • acusada, acusadas, acusados

Synoniemen voor "acusado":


Wiktionary: acusado

acusado
noun
  1. iemand tegen wie een aanklacht is ingediend
  2. iemand die voor de rechter van iets beschuldigd wordt
  3. een persoon die de schuld heeft gekregen van iets

Verwante vertalingen van acusado