Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. aparatos:
  2. aparato:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor aparatos (Spaans) in het Nederlands

aparatos:

aparatos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el aparatos (aparejo; instrumento; equipo; )
    de apparatuur
  2. el aparatos (teléfonos)
    de apparaten; de toestellen
  3. el aparatos (máquinario; máquina; mecanismo; )
    de machine
    • machine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aparatos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apparaten aparatos; teléfonos
apparatuur aparato; aparatos; aparejo; equipo; instrumento; mecanismo; máquina equipamiento
machine aparato; aparatos; aparejo; equipo; herramienta; instrumento; mecanismo; máquina; máquinario; utensilio máquina
toestellen aparatos; teléfonos

Verwante woorden van "aparatos":


aparato:

aparato [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el aparato (máquina)
    het apparaat; de toestel
    • apparaat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toestel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el aparato (aparejo; aparatos; instrumento; )
    de apparatuur
  3. el aparato (máquinario; máquina; mecanismo; )
    de machine
    • machine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. el aparato (objeto de uso corriente)
    het gebruiksvoorwerp

Vertaal Matrix voor aparato:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apparaat aparato; máquina dispositivo
apparatuur aparato; aparatos; aparejo; equipo; instrumento; mecanismo; máquina equipamiento
gebruiksvoorwerp aparato; objeto de uso corriente objeto de uso corriente
machine aparato; aparatos; aparejo; equipo; herramienta; instrumento; mecanismo; máquina; máquinario; utensilio máquina
toestel aparato; máquina

Verwante woorden van "aparato":


Synoniemen voor "aparato":


Wiktionary: aparato

aparato
noun
  1. een min of meer samengesteld werktuig
  2. een werktuig dat uit meer dan één onderdeel bestaat

Cross Translation:
FromToVia
aparato apparaat apparatus — complex machine or instrument
aparato toestel; huishoudstoestel appliance — a device in its own right
aparato toestel set — device for receiving broadcast radio waves; a radio or television
aparato orgaansysteem appareil — Ensemble d’organes

Verwante vertalingen van aparatos