Asesores in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

asesores:
- adviseurs
asesorarse:
- consulteren; raadplegen
asesor:
- adviseur; consulent; raadgever; raadsman; administrateur; beheerder; boekhouder; intendant; referendaris
- consulterend
Wiktionary:
- asesor → adviseur, consulent
- asesor → adviseur, raadgever

Spaans

Uitgebreide vertaling voor asesores (Spaans) in het Nederlands

asesores:

asesores [el ~] zelfstandig naamwoord

el asesores
de adviseurs
- adviseurs [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor asesores:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adviseurs	asesores

Verwante woorden van "asesores":

asesor

asesores vorm van asesorarse:

asesorarse werkwoord

asesorarse (consultar)
consulteren; raadplegen
- consulteren werkwoord (consulteer, consulteert, consulteerde, consulteerden, geconsulteerd)
- raadplegen werkwoord (raadpleeg, raadpleegt, raadpleegde, raadpleegden, geraadpleegd)

Conjugations for asesorarse:

presente

me asesoro
te asesoras
se asesora
nos asesoramos
os asesoráis
se asesoran

imperfecto

me asesoraba
te asesorabas
se asesoraba
nos asesorábamos
os asesorabais
se asesoraban

indefinido

me asesoré
te asesoraste
se asesoró
nos asesoramos
os asesorasteis
se asesoraron

fut. de ind.

me asesoraré
te asesorarás
se asesorará
nos asesoraremos
os asesoraréis
se asesorarán

condic.

me asesoraría
te asesorarías
se asesoraría
nos asesoraríamos
os asesoraríais
se asesorarían

pres. de subj.

que me asesore
que te asesores
que se asesore
que nos asesoremos
que os asesoréis
que se asesoren

imp. de subj.

que me asesorara
que te asesoraras
que se asesorara
que nos asesoráramos
que os asesorarais
que se asesoraran

miscelánea

¡asesorate!
¡asesoraos!
¡no te asesores!
¡no os asesoréis!
asesorado
asesorándose

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor asesorarse:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
consulteren	asesorarse; consultar
raadplegen	asesorarse; consultar

asesores vorm van asesor:

asesor [el ~] zelfstandig naamwoord

el asesor (consejero)
de adviseur; de consulent; de raadgever; de raadsman
- adviseur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- consulent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- raadgever [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- raadsman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el asesor (contable; administrador; contador; tenedor de libros)
de administrateur; de beheerder; de boekhouder; de intendant; de referendaris
- administrateur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- beheerder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- boekhouder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- intendant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- referendaris [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

asesor bijvoeglijk naamwoord

asesor (consultivo; consultante)
consulterend
- consulterend bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor asesor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
administrateur	administrador; asesor; contable; contador; tenedor de libros	administrador
adviseur	asesor; consejero
beheerder	administrador; asesor; contable; contador; tenedor de libros	administrador; administrador de equipo; administrador del sistema
boekhouder	administrador; asesor; contable; contador; tenedor de libros	contable
consulent	asesor; consejero
intendant	administrador; asesor; contable; contador; tenedor de libros	centinela; furriel; intendente
raadgever	asesor; consejero
raadsman	asesor; consejero	abogado; defensor; jurista; procurador
referendaris	administrador; asesor; contable; contador; tenedor de libros
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
consulterend	asesor; consultante; consultivo

Verwante woorden van "asesor":

asesora, asesoras, asesores

Synoniemen voor "asesor":

consejero; guía; maestro; consiliario; mentor
consultor
preceptor; tutor; gurú

Wiktionary: asesor

asesor

noun

raadgever, raadsman
- adviseur → consejero; asesor
een deskundige raadgever
- consulent → consultor; asesor

Cross Translation:

From	To	Via
• asesor	→ adviseur	↔ adviser — one who advises
• asesor	→ adviseur; raadgever	↔ advisor — one who offers advice

Computer vertaling door derden: