Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bravura:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor bravura (Spaans) in het Nederlands

bravura:

bravura [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la bravura (jactancia; fanfarronada)
    de bravoure; de grootspraak; het gebluf
  2. la bravura (valor; valentía)
    de manhaftigheid

Vertaal Matrix voor bravura:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bravoure bravura; fanfarronada; jactancia
gebluf bravura; fanfarronada; jactancia atrevido; atrevimiento; audacia; baladronada; bravata; chirrido; estridencia; exageraciones; fanfarria; fanfarronada; fanfarronadas; fanfarronería; fastuosidad; jactancia; majaderías; ostentación; pompa; presunción; temeraridad; vanagloria
grootspraak bravura; fanfarronada; jactancia atrevido; atrevimiento; audacia; baladronada; bravata; chirrido; estridencia; exageraciones; fanfarria; fanfarronada; fanfarronadas; fanfarronería; fastuosidad; jactancia; majaderías; ostentación; pompa; presunción; temeraridad; vanagloria
manhaftigheid bravura; valentía; valor

Verwante woorden van "bravura":

  • bravuras

Synoniemen voor "bravura":


Wiktionary: bravura


Cross Translation:
FromToVia
bravura woede; boosheid anger — A strong feeling of displeasure, hostility or antagonism towards someone or something

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van bravura