Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. braza:
  2. brazo:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor braza (Spaans) in het Nederlands

braza:

braza [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la braza
    de vadem; de vaam
    • vadem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vaam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor braza:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vaam braza
vadem braza

Verwante woorden van "braza":


Wiktionary: braza


Cross Translation:
FromToVia
braza schoolslag breaststroke — swimming stroke
braza vadem fathom — measure of length

braza vorm van brazo:

brazo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el brazo (rayo)
    de spaak
    • spaak [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brazo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spaak brazo; rayo

Verwante woorden van "brazo":


Synoniemen voor "brazo":


Wiktionary: brazo

brazo
noun
  1. lichaamsdeel

Cross Translation:
FromToVia
brazo arm arm — portion of the upper appendage from shoulder to wrist
brazo leuning Lehne — Sitzmöbelteil, an den man sich anlehnen oder auf den man sich stützen kann
brazo arm bras — Membre

Verwante vertalingen van braza