Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor cómplice (Spaans) in het Nederlands

cómplice:

cómplice [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el cómplice (satélite; compinche)
    de handlanger; de trawant
    • handlanger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • trawant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el cómplice (ayudante; aliado; asistente; )
    de medeplichtige; medeverantwoordelijke

cómplice [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cómplice
    de handlangster

cómplice bijvoeglijk naamwoord

  1. cómplice
    medeplichtig; medeschuldig

Vertaal Matrix voor cómplice:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
handlanger compinche; cómplice; satélite aliado; confederado
handlangster cómplice
medeplichtige aliado; asistente; ayudante; compinche; confabulador; confederado; conspirador; cómplice aliado; confederado
medeverantwoordelijke aliado; asistente; ayudante; compinche; confabulador; confederado; conspirador; cómplice
trawant compinche; cómplice; satélite
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
medeplichtig cómplice
medeschuldig cómplice culpable con otros

Verwante woorden van "cómplice":


Wiktionary: cómplice

cómplice
noun
  1. behulpzaam persoon bij een misdrijf

Cross Translation:
FromToVia
cómplice medeplichtige abettor — accomplice
cómplice medeplichtig accessory — assisting a crime
cómplice handlangster; handlanger; medeplichtige accessory — contributor to an offense
cómplice handlanger accomplice — a cooperator
cómplice handlanger; medeplichtige accomplice — an associate in the commission of a crime
cómplice medeplichtige Komplize — an einer Straftat Beteiligter
cómplice medeplichtige compliceacolyte, comparse.