Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cañada:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor cañada (Spaans) in het Nederlands

cañada:

cañada [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cañada (camino rural; camino; sendero; )
    het pad; de landweg; het paadje; het trekpad; de buitenweg; de dreef
    • pad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • landweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • paadje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • trekpad [het ~] zelfstandig naamwoord
    • buitenweg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dreef [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la cañada (pisada; camino; sendero; )
    het voetspoor

Vertaal Matrix voor cañada:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buitenweg calzada; camino; camino rural; camino vecinal; carretera; cañada; paso; pisada; senda; sendero; vereda
dreef calzada; camino; camino rural; camino vecinal; carretera; cañada; paso; pisada; senda; sendero; vereda alameda; avenida; paseo
landweg calzada; camino; camino rural; camino vecinal; carretera; cañada; paso; pisada; senda; sendero; vereda vía rural
paadje calzada; camino; camino rural; camino vecinal; carretera; cañada; paso; pisada; senda; sendero; vereda camino de sirga
pad calzada; camino; camino rural; camino vecinal; carretera; cañada; paso; pisada; senda; sendero; vereda barrio; barrote; calzada; camino de sirga; carretera; paso; ronda; sapo; trayecto; trayectoria; turno
trekpad calzada; camino; camino rural; camino vecinal; carretera; cañada; paso; pisada; senda; sendero; vereda camino de sirga
voetspoor calzada; camino; cañada; pisada; senda; sendero; vereda
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
pad ruta de acceso

Verwante woorden van "cañada":

  • cañadas

Synoniemen voor "cañada":


Wiktionary: cañada


Cross Translation:
FromToVia
cañada ravijn; kloofdal ravine — a deep narrow valley