Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cazadores:
  2. cazador:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor cazadores (Spaans) in het Nederlands

cazadores:

cazadores [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el cazadores (acosadores)
    de jagers
    • jagers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor cazadores:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jagers acosadores; cazadores

Verwante woorden van "cazadores":


cazadores vorm van cazador:

cazador [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el cazador (aficionado a la caza; acosador; caza)
    de jager; jachtliefhebber

Vertaal Matrix voor cazador:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jachtliefhebber acosador; aficionado a la caza; caza; cazador
jager acosador; aficionado a la caza; caza; cazador

Verwante woorden van "cazador":


Wiktionary: cazador

cazador
noun
  1. iemand die op jacht gaat

Cross Translation:
FromToVia
cazador jager hunter — person who hunts game

Verwante vertalingen van cazadores