Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal cisma

Vertaal cisma van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

cisma:
- geloofsstrijd; afscheiding; schisma; scheuring; geloofsafscheiding
Wiktionary:
- cisma → schisma

Spaans

Uitgebreide vertaling voor cisma (Spaans) in het Nederlands

cisma:

cisma [el ~] zelfstandig naamwoord

el cisma (guerra religiosa; lucha religiosa)
geloofsstrijd
- geloofsstrijd [znw.] zelfstandig naamwoord
el cisma (guerra religiosa; lucha religiosa)
de afscheiding; het schisma; de scheuring; geloofsafscheiding
- afscheiding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- schisma [het ~] zelfstandig naamwoord
- scheuring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geloofsafscheiding [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cisma:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afscheiding	cisma; guerra religiosa; lucha religiosa	aisladura; aislamiento; alambrada; barandilla; cara; chute; cosecha; disparo; empalizada; enmaderamiento; mampara; pared; pared divisoria; pared medianera; pequeño tabique; raya; reja; revestimiento de madera; secreción; separación; tabique; valla
geloofsafscheiding	cisma; guerra religiosa; lucha religiosa
geloofsstrijd	cisma; guerra religiosa; lucha religiosa
scheuring	cisma; guerra religiosa; lucha religiosa	conflicto; discordia; ruptura
schisma	cisma; guerra religiosa; lucha religiosa	conflicto; discordia

Synoniemen voor "cisma":

secesión; independencia; emancipación; segregación; escisión

Wiktionary: cisma

Cross Translation:

From	To	Via
• cisma	→ schisma	↔ schism — split, division, separation, discord