Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor complicarse (Spaans) in het Nederlands

complicarse:

complicarse werkwoord

  1. complicarse (involucrar; envolver; atrapar; enredar)
    compliceren; moeilijk maken; ingewikkeld maken
    • compliceren werkwoord (compliceer, compliceert, compliceerde, compliceerden, gecompliceerd)
    • moeilijk maken werkwoord (maak moeilijk, maakt moeilijk, maakte moeilijk, maakten moeilijk, moeilijk gemaakt)
    • ingewikkeld maken werkwoord (maak ingewikkeld, maakt ingewikkeld, maakte ingewikkeld, maakten ingewikkeld, ingewikkeld gemaakt)
  2. complicarse (complicar)
    hinderen; tegenwerken; moeilijk maken
    • hinderen werkwoord (hinder, hindert, hinderde, hinderden, gehinderd)
    • tegenwerken werkwoord (werk tegen, werkt tegen, werkte tegen, werkten tegen, tegengewerkt)
    • moeilijk maken werkwoord (maak moeilijk, maakt moeilijk, maakte moeilijk, maakten moeilijk, moeilijk gemaakt)

Conjugations for complicarse:

presente
  1. me complico
  2. te complicas
  3. se complica
  4. nos complicamos
  5. os complicáis
  6. se complican
imperfecto
  1. me complicaba
  2. te complicabas
  3. se complicaba
  4. nos complicábamos
  5. os complicabais
  6. se complicaban
indefinido
  1. me compliqué
  2. te complicaste
  3. se complicó
  4. nos complicamos
  5. os complicasteis
  6. se complicaron
fut. de ind.
  1. me complicaré
  2. te complicarás
  3. se complicará
  4. nos complicaremos
  5. os complicaréis
  6. se complicarán
condic.
  1. me complicaría
  2. te complicarías
  3. se complicaría
  4. nos complicaríamos
  5. os complicaríais
  6. se complicarían
pres. de subj.
  1. que me complique
  2. que te compliques
  3. que se complique
  4. que nos compliquemos
  5. que os compliquéis
  6. que se compliquen
imp. de subj.
  1. que me complicara
  2. que te complicaras
  3. que se complicara
  4. que nos complicáramos
  5. que os complicarais
  6. que se complicaran
miscelánea
  1. ¡complicate!
  2. ¡complicaos!
  3. ¡no te compliques!
  4. ¡no os compliquéis!
  5. complicado
  6. complicándose
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor complicarse:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compliceren atrapar; complicarse; enredar; envolver; involucrar
hinderen complicar; complicarse desbaratar; dificultar; estorbar; frustrar; impedir; importunar
ingewikkeld maken atrapar; complicarse; enredar; envolver; involucrar
moeilijk maken atrapar; complicar; complicarse; enredar; envolver; involucrar
tegenwerken complicar; complicarse contrariar; contrarrestar; dificultar; estorbar; hacer la contra; llevar la contraria; malograr; obstaculizar; parar

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van complicarse