Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. copas:
  2. copar:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor copas (Spaans) in het Nederlands

copas:

copas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la copas (cálices; cuencos; escudillas)
    de kelken; de bloemkronen
    • kelken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • bloemkronen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. la copas (traguitos)
    de borrels; neutjes
    • borrels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • neutjes [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. la copas (traguitos)
    de borrels; staande recepties
  4. la copas (cortes)
    de coupes
    • coupes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  5. la copas
    de neuten
    • neuten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  6. la copas (cuencos; escudillas; lebrillos)
    kommetjes

Vertaal Matrix voor copas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloemkronen copas; cuencos; cálices; escudillas
borrels copas; traguitos tragos
coupes copas; cortes
kelken copas; cuencos; cálices; escudillas
kommetjes copas; cuencos; escudillas; lebrillos
neuten copas
neutjes copas; traguitos
staande recepties copas; traguitos

Wiktionary: copas


Cross Translation:
FromToVia
copas harten heart — a suit of cards

copas vorm van copar:

copar werkwoord

  1. copar (abarcar; incluir; acompañar; )
    toevoegen; bijvoegen; insluiten; bijsluiten
    • toevoegen werkwoord (voeg toe, voegt toe, voegde toe, voegden toe, toegevoegd)
    • bijvoegen werkwoord (voeg bij, voegt bij, voegde bij, voegden bij, bijgevoegd)
    • insluiten werkwoord (sluit in, sloot in, sloten in, ingesloten)
    • bijsluiten werkwoord

Conjugations for copar:

presente
  1. copo
  2. copas
  3. copa
  4. copamos
  5. copáis
  6. copan
imperfecto
  1. copaba
  2. copabas
  3. copaba
  4. copábamos
  5. copabais
  6. copaban
indefinido
  1. copé
  2. copaste
  3. copó
  4. copamos
  5. copasteis
  6. coparon
fut. de ind.
  1. coparé
  2. coparás
  3. copará
  4. coparemos
  5. coparéis
  6. coparán
condic.
  1. coparía
  2. coparías
  3. coparía
  4. coparíamos
  5. coparíais
  6. coparían
pres. de subj.
  1. que cope
  2. que copes
  3. que cope
  4. que copemos
  5. que copéis
  6. que copen
imp. de subj.
  1. que copara
  2. que coparas
  3. que copara
  4. que copáramos
  5. que coparais
  6. que coparan
miscelánea
  1. ¡copa!
  2. ¡copad!
  3. ¡no copes!
  4. ¡no copéis!
  5. copado
  6. copando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor copar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijvoegen añadir; incorporar
toevoegen añadir; incorporar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijsluiten abarcar; abrazar; acompañar; acorralar; adjuntar; agregar; aislar; añadir; comprimir; contener; contornear; copar; cubrir; dominar; encapsular; encerrar; englobar; envolver; incluir; limitar; restringir acceder; acompañar; adjuntar; agregar; alzar; ampliar; añadir; incluir
bijvoegen abarcar; abrazar; acompañar; acorralar; adjuntar; agregar; aislar; añadir; comprimir; contener; contornear; copar; cubrir; dominar; encapsular; encerrar; englobar; envolver; incluir; limitar; restringir acceder; acompañar; adjuntar; agregar; alzar; ampliar; añadir; incluir
insluiten abarcar; abrazar; acompañar; acorralar; adjuntar; agregar; aislar; añadir; comprimir; contener; contornear; copar; cubrir; dominar; encapsular; encerrar; englobar; envolver; incluir; limitar; restringir acorralar; cercar; ceñir; encerrar; incluir; insertar; rodear
toevoegen abarcar; abrazar; acompañar; acorralar; adjuntar; agregar; aislar; añadir; comprimir; contener; contornear; copar; cubrir; dominar; encapsular; encerrar; englobar; envolver; incluir; limitar; restringir acceder; acompañar; adjuntar; agregar; alzar; ampliar; anexar; apostar; añadir; completar; contar; contar también; incluir; insertar; sumar; suplir el déficit

Synoniemen voor "copar":


Verwante vertalingen van copas