Cortadura in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

cortadura:
- snee; snede; snijwond; sneetje; snijwondje; inkeping; keep; kerf; inkerving
Wiktionary:
- cortadura → snede
- cortadura → jaap, snoeiwonde

Spaans

Uitgebreide vertaling voor cortadura (Spaans) in het Nederlands

la cortadura (rebanada de pan; corte; rebanada; tajo; incisión)
de snee; de snede; snijwond
- snee [de ~] zelfstandig naamwoord
- snede [de ~] zelfstandig naamwoord
- snijwond [znw.] zelfstandig naamwoord
la cortadura
het sneetje; het snijwondje
- sneetje [het ~] zelfstandig naamwoord
- snijwondje [het ~] zelfstandig naamwoord
la cortadura (incisión; filo; mella; muesca; cesura; entalladura; corte; rebanada; cortada; tajo; tajada; cuchillada; quebradura; chirlo; escopleadura)
de inkeping; de keep; de kerf; de inkerving
- inkeping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- keep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kerf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- inkerving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
inkeping	cesura; chirlo; cortada; cortadura; corte; cuchillada; entalladura; escopleadura; filo; incisión; mella; muesca; quebradura; rebanada; tajada; tajo	cesura; consorcio; corte; cuchillada; cártel; entalladura; escopladura; incisión; muesca; sindicato
inkerving	cesura; chirlo; cortada; cortadura; corte; cuchillada; entalladura; escopleadura; filo; incisión; mella; muesca; quebradura; rebanada; tajada; tajo	entalladura; escopleadura; muesca
keep	cesura; chirlo; cortada; cortadura; corte; cuchillada; entalladura; escopleadura; filo; incisión; mella; muesca; quebradura; rebanada; tajada; tajo	especie de pinzón
kerf	cesura; chirlo; cortada; cortadura; corte; cuchillada; entalladura; escopleadura; filo; incisión; mella; muesca; quebradura; rebanada; tajada; tajo
snede	cortadura; corte; incisión; rebanada; rebanada de pan; tajo	cesura; corte; cuchillada; entalladura; incisión; muesca
snee	cortadura; corte; incisión; rebanada; rebanada de pan; tajo	bocadillo; cesura; cortada; corte; cuchillada; entalladura; incisión; muesca; rebanada de pan
sneetje	cortadura	bocadillo; cortada; corte; cuchillada; entalladura; rebanada de pan
snijwond	cortadura; corte; incisión; rebanada; rebanada de pan; tajo
snijwondje	cortadura

cortadura

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• cortadura	→ jaap; snoeiwonde	↔ Schnittwunde — Medizin: eine durch einen Schnitt entstandene Verletzung