Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. decanos:
  2. decano:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor decanos (Spaans) in het Nederlands

decanos:

decanos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el decanos (deanes; prelados)
    de dekens
    • dekens [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. el decanos
    de decanen
    • decanen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor decanos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decanen decanos
dekens deanes; decanos; prelados

Verwante woorden van "decanos":


decano:

decano [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el decano (mayor; veterano; socio más antiguo)
    de nestor; oudste van een groep personen
  2. el decano
    de decaan; dekaan
    • decaan [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dekaan [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor decano:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decaan decano
dekaan decano
nestor decano; mayor; socio más antiguo; veterano mayor; socio mayor; socio más antiguo
oudste van een groep personen decano; mayor; socio más antiguo; veterano

Verwante woorden van "decano":


Synoniemen voor "decano":


Wiktionary: decano

decano
noun
  1. C10H22

Cross Translation:
FromToVia
decano deken; decaan dean — senior official in college or university