Demolición in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

demolición:
- sloop; afbraak; ontmanteling; demontage; uiteenname; onttakeling; wegbreken
Wiktionary:
- demolición → afbraak

Spaans

Uitgebreide vertaling voor demolición (Spaans) in het Nederlands

la demolición (romper; descomponer; fraccionar; derribos)
de sloop; de afbraak
- sloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- afbraak [de ~] zelfstandig naamwoord
la demolición (desmontaje; derribo; desarmaje)
de ontmanteling; de demontage; uiteenname
- ontmanteling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- demontage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uiteenname [znw.] zelfstandig naamwoord
la demolición (desmantelamiento; desarme)
de onttakeling
- onttakeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la demolición (derribo; desguace; fraccionar; desmantelamiento)
wegbreken
- wegbreken [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afbraak	demolición; derribos; descomponer; fraccionar; romper
demontage	demolición; derribo; desarmaje; desmontaje
ontmanteling	demolición; derribo; desarmaje; desmontaje
onttakeling	demolición; desarme; desmantelamiento
sloop	demolición; derribos; descomponer; fraccionar; romper
uiteenname	demolición; derribo; desarmaje; desmontaje
wegbreken	demolición; derribo; desguace; desmantelamiento; fraccionar
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wegbreken		demoler; echar abajo

demolición

noun