Spaans
Uitgebreide vertaling voor difuso (Spaans) in het Nederlands
difuso:
-
difuso (farragoso; incoherente; desordenado; confuso; desconcertado; caótico)
-
difuso (pálido; soso; flojo; vago; agotado; débil; blanco; lejano; gris; tenue; pardo; canoso; gastado; lívido; caduco; desgastado; mustio; enfermizo; lánguido; desteñido; deslucido; plomizo; incoloro; descolorido; manoseado; sin color; desmudado)
verschoten; bleek; flets; flauw-
verschoten bijvoeglijk naamwoord
-
bleek bijvoeglijk naamwoord
-
flets bijvoeglijk naamwoord
-
flauw bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor difuso:
Verwante woorden van "difuso":
Computer vertaling door derden: