Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal edificaciones

Vertaal edificaciones van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

edificaciones:
- gebouwen; bouwwerken; panden; constructies; bouwsels
edificación:
- bebouwing; gebouw; bouwwerk; pand; bouwsel
Wiktionary:
- edificación → bouwen, bouw

Spaans

Uitgebreide vertaling voor edificaciones (Spaans) in het Nederlands

edificaciones:

edificaciones [la ~] zelfstandig naamwoord

la edificaciones (construcciones; edificios)
de gebouwen; de bouwwerken; de panden
- gebouwen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- bouwwerken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- panden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
la edificaciones (edificios; construcciones)
de constructies; de bouwwerken; de bouwsels
- constructies [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- bouwwerken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- bouwsels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor edificaciones:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bouwsels	construcciones; edificaciones; edificios
bouwwerken	construcciones; edificaciones; edificios
constructies	construcciones; edificaciones; edificios
gebouwen	construcciones; edificaciones; edificios
panden	construcciones; edificaciones; edificios
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
panden		empeñar; pignorar; prestar

Verwante woorden van "edificaciones":

edificación

edificación:

edificación [la ~] zelfstandig naamwoord

la edificación (urbanización)
de bebouwing
- bebouwing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la edificación (construcción; edificio; casa; terreno edificable; talla; inmueble; terreno de construcción; finca; estructura; estatura; prenda; cultivo; complexión; solar; lote; parcela; faldón)
het gebouw; het bouwwerk; het pand
- gebouw [het ~] zelfstandig naamwoord
- bouwwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
- pand [het ~] zelfstandig naamwoord
la edificación (construcción; edificio; finca; estructura; casa; talla; prenda; cultivo; estatura; inmueble; faldón; complexión)
het bouwsel
- bouwsel [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor edificación:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bebouwing	edificación; urbanización
bouwsel	casa; complexión; construcción; cultivo; edificación; edificio; estatura; estructura; faldón; finca; inmueble; prenda; talla
bouwwerk	casa; complexión; construcción; cultivo; edificación; edificio; estatura; estructura; faldón; finca; inmueble; lote; parcela; prenda; solar; talla; terreno de construcción; terreno edificable
gebouw	casa; complexión; construcción; cultivo; edificación; edificio; estatura; estructura; faldón; finca; inmueble; lote; parcela; prenda; solar; talla; terreno de construcción; terreno edificable	edificio
pand	casa; complexión; construcción; cultivo; edificación; edificio; estatura; estructura; faldón; finca; inmueble; lote; parcela; prenda; solar; talla; terreno de construcción; terreno edificable	apartamento; casa; caución; dita; edificio; fianza; garantía; habitación; prenda

Verwante woorden van "edificación":

edificaciones

Synoniemen voor "edificación":

arquitectura; construcción; cimentación; obra; edificio; inmueble; bloque; casa

Wiktionary: edificación

Cross Translation:

From	To	Via
• edificación	→ bouwen; bouw	↔ building — act or process of building