Spaans
Uitgebreide vertaling voor efectivo (Spaans) in het Nederlands
efectivo:
-
efectivo (eficiente; eficaz; apropiado)
efficiënt; effectief; doelmatig; doeltreffend; krachtig-
efficiënt bijvoeglijk naamwoord
-
effectief bijvoeglijk naamwoord
-
doelmatig bijvoeglijk naamwoord
-
doeltreffend bijvoeglijk naamwoord
-
krachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
efectivo (fuerte; eficaz; vigoroso; activo; potente; vital; laborioso; diligente; robusto; fornido; enérgico; musculoso; muy fuerte; fortachón)
krachtig; met een krachtige uitwerking-
krachtig bijvoeglijk naamwoord
-
met een krachtige uitwerking bijvoeglijk naamwoord
-
-
efectivo (realmente; en realidad; de hecho; de veras; verdadero; verdaderamente; real; esencial; en efecto; substancial; factual; fundamental; intrínseco; en el fondo; virtualmente)
daadwerkelijk; werkelijk; in feite; feitelijk; in werkelijkheid-
daadwerkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
werkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
in feite bijvoeglijk naamwoord
-
feitelijk bijvoeglijk naamwoord
-
in werkelijkheid bijvoeglijk naamwoord
-
-
efectivo (efectivamente; de todas maneras; realmente; de todos modos; en realidad; en el fondo; a fin de cuentas)
-
efectivo (de verdad; verdadero; efectivamente; de veras; ciertamente; auténtico; verdaderamente)
effectief; reëel; werkelijk; metterdaad; warempel; echt; heus; waarachtig; waar-
effectief bijvoeglijk naamwoord
-
reëel bijvoeglijk naamwoord
-
werkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
metterdaad bijwoord
-
warempel bijwoord
-
echt bijvoeglijk naamwoord
-
heus bijvoeglijk naamwoord
-
waarachtig bijvoeglijk naamwoord
-
waar bijvoeglijk naamwoord
-
-
efectivo
Vertaal Matrix voor efectivo:
Verwante woorden van "efectivo":
Synoniemen voor "efectivo":
Wiktionary: efectivo
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• efectivo | → cash; contanten; geld; baar | ↔ cash — money in the form of notes/bills and coins |
• efectivo | → efficiënt; werkzaam | ↔ effective — having the power to produce a required effect or effects |
• efectivo | → feitelijk | ↔ factual — of facts |
• efectivo | → cash | ↔ argent liquide — argent immédiatement utilisable, car sous forme de monnaie (pièces ou billet de banque). |
• efectivo | → actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; effectief; werkelijk; daadwerkelijk | ↔ effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel. |