Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor encaje (Spaans) in het Nederlands

encaje:

encaje [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el encaje (labor de encaje)
    de kant; kantkloswerk; het kantwerk
    • kant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kantkloswerk [znw.] zelfstandig naamwoord
    • kantwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el encaje (aguante)
    de veerkracht; de weerstand; het incasseringsvermogen; het weerstandsvermogen
  3. el encaje (borde; costado; almena; flanco)
    vleugel van een gebouw

Vertaal Matrix voor encaje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
incasseringsvermogen aguante; encaje
kant encaje; labor de encaje borde; costado; lado; lateral; margen; orilla
kantkloswerk encaje; labor de encaje
kantwerk encaje; labor de encaje
veerkracht aguante; encaje correosidad; elasticidad
vleugel van een gebouw almena; borde; costado; encaje; flanco
weerstand aguante; encaje alzamiento; amotinamiento; aversión; conmoción popular; contrapresión; desarrollo; disturbio; insurrección; levantamiento popular; motín; obstruccionisno; oposición; peso opuesto; protesta; rebeldía; rebelión; rebelión popular; resistencia; revuelta; sublevación; trifulca; viento adverso; viento en contra
weerstandsvermogen aguante; encaje

Verwante woorden van "encaje":

  • encajes, encaja, encajas

Synoniemen voor "encaje":


Wiktionary: encaje


Cross Translation:
FromToVia
encaje kant lace — fabric
encaje kant Spitze — eine Art Gewebe
encaje kant dentelle — couture|fr Sorte de passement à jour et à mailles très fines.

Verwante vertalingen van encaje