Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal enumerar

Vertaal enumerar van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

enumerar:
- optellen; bijtellen; erbij tellen; bijrekenen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor enumerar (Spaans) in het Nederlands

enumerar:

enumerar werkwoord

enumerar (sumar; adjuntar; añadir; incluir; agregar)
optellen; bijtellen; erbij tellen; bijrekenen
- optellen werkwoord (tel op, telt op, telde op, telden op, opgeteld)
- bijtellen werkwoord (tel bij, telt bij, telde bij, telden bij, bijgeteld)
- erbij tellen werkwoord (tel erbij, telt erbij, telde erbij, telden erbij, erbij geteld)
- bijrekenen werkwoord (reken bij, rekent bij, rekende bij, rekenden bij, bijgerekend)

Conjugations for enumerar:

presente

enumero
enumeras
enumera
enumeramos
enumeráis
enumeran

imperfecto

enumeraba
enumerabas
enumeraba
enumerábamos
enumerabais
enumeraban

indefinido

enumeré
enumeraste
enumeró
enumeramos
enumerasteis
enumeraron

fut. de ind.

enumeraré
enumerarás
enumerará
enumeraremos
enumeraréis
enumerarán

condic.

enumeraría
enumerarías
enumeraría
enumeraríamos
enumeraríais
enumerarían

pres. de subj.

que enumere
que enumeres
que enumere
que enumeremos
que enumeréis
que enumeren

imp. de subj.

que enumerara
que enumeraras
que enumerara
que enumeráramos
que enumerarais
que enumeraran

miscelánea

¡enumera!
¡enumerad!
¡no enumeres!
¡no enumeréis!
enumerado
enumerando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor enumerar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bijrekenen	adjuntar; agregar; añadir; enumerar; incluir; sumar
bijtellen	adjuntar; agregar; añadir; enumerar; incluir; sumar
erbij tellen	adjuntar; agregar; añadir; enumerar; incluir; sumar	agregar; añadir; contar; contar también; incluir
optellen	adjuntar; agregar; añadir; enumerar; incluir; sumar	sumar verticalmente

Synoniemen voor "enumerar":

listar; registrar; inventariar; catalogar; detallar