Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. espuela:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor espuela (Spaans) in het Nederlands

espuela:

espuela [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la espuela (espolón; vía; huella; )
    de aanwijzing; de spoor
    • aanwijzing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • spoor [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor espuela:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanwijzing espolón; esporo; espuela; huella; indicación; vestigio; vía asignación; comando; directivas; directrices; encargo; enseñanza; gesto; indicación; indicio; información; instrucción; mandato; mando; mensajero; misión; orden; precursor; precursora; presagio; punta; punto de referencia; seña; señal; signo precursor; sugerencia; síntoma; tarea
spoor espolón; esporo; espuela; huella; indicación; vestigio; vía ferrocarril; férrea; vía; vía de ferrocarriles; vía del tren

Verwante woorden van "espuela":

  • espuelas

Synoniemen voor "espuela":


Wiktionary: espuela

espuela
noun
  1. metalen punt of getand wieltje aan de hiel van de rijlaars

Cross Translation:
FromToVia
espuela spoor spur — A rigid implement, often roughly y-shaped, that is fixed to one's heel for purpose of prodding a horse
espuela spoor éperon — Crochet de talon (1)

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van espuela