Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. estación:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor estación (Spaans) in het Nederlands

estación:

estación [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la estación
    het station
    • station [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la estación
    het seizoen; het jaargetijde

Vertaal Matrix voor estación:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jaargetijde estación
seizoen estación
station estación unidad de disco

Verwante woorden van "estación":


Synoniemen voor "estación":


Wiktionary: estación

estación
noun
  1. een deel van een jaar met unieke eigenschappen
  2. één van de vier periodes waarin het jaar verdeeld wordt

Cross Translation:
FromToVia
estación seizoen Jahreszeit — in den polaren und gemäßigten Breiten vorkommender Abschnitt eines Jahres nach klimatischer bzw. astronomischer Unterteilung nach der scheinbaren Bahn der Sonne am Himmel
estación seizoen; jaargetijde season — quarter of a year
estación station; halte station — place where a vehicle may stop
estación stationsgebouw gare — (vieilli) marine|fr tronçon de voie fluviale aménagée pour faciliter la circulation et la protection des navire.
estación jaargetijde; seizoen saisondivision en quatre de l’année : printemps, été, automne et hiver.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van estación