Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal estantes

Vertaal estantes van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

estantes:
- schappen; planken; legborden
estante:
- plank; schap; legbord; boekenplank
Wiktionary:
- estante → plank, schap, rek, legplank, bord, tablet, bed, bloemperk, perk, tuinbed, plankje

Spaans

Uitgebreide vertaling voor estantes (Spaans) in het Nederlands

estantes:

estantes [el ~] zelfstandig naamwoord

el estantes (estanterías; repisas)
de schappen; de planken
- schappen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- planken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
el estantes (estanterías)
de planken; legborden
- planken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- legborden [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor estantes:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
legborden	estanterías; estantes
planken	estanterías; estantes; repisas
schappen	estanterías; estantes; repisas

Verwante woorden van "estantes":

estante

estantes vorm van estante:

estante [el ~] zelfstandig naamwoord

el estante
de plank; de schap
- plank [de ~] zelfstandig naamwoord
- schap [de ~] zelfstandig naamwoord
el estante (tabla; balda)
legbord
- legbord [znw.] zelfstandig naamwoord
el estante (estantería)
de boekenplank
- boekenplank [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor estante:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boekenplank	estante; estantería
legbord	balda; estante; tabla
plank	estante
schap	estante

Verwante woorden van "estante":

estantes

Synoniemen voor "estante":

alacena; hornacina; estantería; aparador; vasar; repisa; anaquel; leja
balda; entrepaño; ménsula; plúteo; soporte; tabla
librería; editorial; biblioteca; imprenta; papelería; archivo
mueble

Wiktionary: estante

Cross Translation:

From	To	Via
• estante	→ plank; schap	↔ Etagere — veraltend: Regalbrett, offenes Regal für Bücher, Geschirr, Gewürze, Toilettartikel und andere Dinge
• estante	→ rek	↔ rack — series of shelves
• estante	→ schap; rek; legplank	↔ shelf — structure
• estante	→ plank; bord; tablet; schap; bed; bloemperk; perk; tuinbed	↔ planche — ais de bois, mince et long
• estante	→ tablet; plankje	↔ tablette — plaque de petite dimension présentant une surface plane et une faible épaisseur, sur laquelle on peut tracer ou graver des signes.
• estante	→ schap; plank	↔ étagère — Meuble constitué de planches superposées.