Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. generalidad:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor generalidad (Spaans) in het Nederlands

generalidad:

generalidad [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la generalidad
    algemene
  2. la generalidad (costumbre; hábito; uso corriente; aceptación general)
    de algemeenheid; gebruikelijkheid; de gangbaarheid

Vertaal Matrix voor generalidad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
algemeenheid aceptación general; costumbre; generalidad; hábito; uso corriente
algemene generalidad
gangbaarheid aceptación general; costumbre; generalidad; hábito; uso corriente
gebruikelijkheid aceptación general; costumbre; generalidad; hábito; uso corriente

Synoniemen voor "generalidad":


Wiktionary: generalidad

generalidad
noun
  1. algemeenheid