Hablar sobre in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

hablar sobre:
- bespreken; bediscussiëren; doorspreken; praten over; bepraten; doorpraten; onderwerp behandelen; spreken over

Spaans

Uitgebreide vertaling voor hablar sobre (Spaans) in het Nederlands

hablar sobre (hablar de; discutir; deliberar; hacer una reseñade; debatir; hacer cambiar de opinión; criticar; persuadir; discutir sobre; deliberar sobre; hacer una crítica de)
bespreken; bediscussiëren; doorspreken; praten over; bepraten; doorpraten
- bespreken werkwoord (bespreek, bespreekt, besprak, bespraken, besproken)
- bediscussiëren werkwoord
- doorspreken werkwoord (spreek door, spreekt door, sprak door, spraken door, doorgesproken)
- praten over werkwoord
- bepraten werkwoord (bepraat, bepraatte, bepraatten, bepraat)
- doorpraten werkwoord (praat door, praatte door, praatten door, doorgepraat)
hablar sobre
onderwerp behandelen; spreken over
- onderwerp behandelen werkwoord
- spreken over werkwoord (spreek over, spreekt over, sprak over, spraken over, gesproken over)

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bespreken		deliberación; discusión
spreken over		deliberación; discusión
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bediscussiëren	criticar; debatir; deliberar; deliberar sobre; discutir; discutir sobre; hablar de; hablar sobre; hacer cambiar de opinión; hacer una crítica de; hacer una reseñade; persuadir
bepraten	criticar; debatir; deliberar; deliberar sobre; discutir; discutir sobre; hablar de; hablar sobre; hacer cambiar de opinión; hacer una crítica de; hacer una reseñade; persuadir
bespreken	criticar; debatir; deliberar; deliberar sobre; discutir; discutir sobre; hablar de; hablar sobre; hacer cambiar de opinión; hacer una crítica de; hacer una reseñade; persuadir	reservar un viaje
doorpraten	criticar; debatir; deliberar; deliberar sobre; discutir; discutir sobre; hablar de; hablar sobre; hacer cambiar de opinión; hacer una crítica de; hacer una reseñade; persuadir	continuar hablando; seguir hablando
doorspreken	criticar; debatir; deliberar; deliberar sobre; discutir; discutir sobre; hablar de; hablar sobre; hacer cambiar de opinión; hacer una crítica de; hacer una reseñade; persuadir	debatir; deliberar; discutir
onderwerp behandelen	hablar sobre
praten over	criticar; debatir; deliberar; deliberar sobre; discutir; discutir sobre; hablar de; hablar sobre; hacer cambiar de opinión; hacer una crítica de; hacer una reseñade; persuadir
spreken over	hablar sobre