Spaans
Uitgebreide vertaling voor impúdico (Spaans) in het Nederlands
impúdico:
-
impúdico (descarado)
schaamteloos-
schaamteloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
impúdico (inmoral; asqueroso; vil; vergonzoso; sórdido; depravado; obsceno; abyecto; pecaminoso; desalmado)
onzedelijk; immoreel; amoreel; zedeloos; onzedig-
onzedelijk bijvoeglijk naamwoord
-
immoreel bijvoeglijk naamwoord
-
amoreel bijvoeglijk naamwoord
-
zedeloos bijvoeglijk naamwoord
-
onzedig bijvoeglijk naamwoord
-
-
impúdico (inmoral; indecente; inconveniente; indigno; vergonzoso; infame; impropio; desvergonzado; deshonesto; ignominioso; deshonroso; indecoroso)
onzedelijk; onzedig; ontaard; oneerbaar-
onzedelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onzedig bijvoeglijk naamwoord
-
ontaard bijvoeglijk naamwoord
-
oneerbaar bijvoeglijk naamwoord
-