Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. introductor:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor introductor (Spaans) in het Nederlands

introductor:

introductor bijvoeglijk naamwoord

  1. introductor (preliminar; previo)
    voorafgaand; voorgaand; introducerend; inleidend

introductor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el introductor (ponente; conferenciante)
    de inleider
    • inleider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor introductor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inleider conferenciante; introductor; ponente
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inleidend introductor; preliminar; previo anterior; precedente
voorafgaand introductor; preliminar; previo anterior; precedente
voorgaand introductor; preliminar; previo anterior; precedente
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
introducerend introductor; preliminar; previo

Verwante woorden van "introductor":

  • introductora, introductoras, introductores

Computer vertaling door derden: