Spaans

Uitgebreide vertaling voor jubilado (Spaans) in het Nederlands

jubilado:

jubilado bijvoeglijk naamwoord

  1. jubilado
    gepensioneerd; gewezen; rustend
  2. jubilado
    met emeritaat; gewezen; rustend

jubilado [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el jubilado (pensionista; retirado; anciano; anciana)
    de gepensioneerde; de vijfenzestigplusser; de AOWer

Vertaal Matrix voor jubilado:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
AOWer anciana; anciano; jubilado; pensionista; retirado anciano; persona de edad avanzada; persona de la tercera edad
gepensioneerde anciana; anciano; jubilado; pensionista; retirado persona jubilada
vijfenzestigplusser anciana; anciano; jubilado; pensionista; retirado
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gepensioneerd jubilado
gewezen jubilado antiguo; ex
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
met emeritaat jubilado
rustend jubilado

Synoniemen voor "jubilado":